35
2.
De klokfunctietoets zo vaak indrukken tot de symbolen
KJv
en
y
erlicht zijn.
3.
Met de draaiknop het gebruikseinde instellen
(bijv.
‚ƒ
:
„‹
uur).
De instelling wordt automatisch overgenomen. Hierna wordt
weer de tijd weergegeven.
Op het tijdstip van het ingestelde gebruikseinde schakelt het
apparaat automatisch uit.
1.
Functiekeuzeknop in de stand
Û
terugdraaien.
2.
De klokfunctietoets indrukken om de klokfunctie te
beëindigen.
Voorkeuze
functie
Het apparaat schakelt automatisch in en op het tijdstip van het
gekozen gebruikseinde uit. Combineer hiervoor de klokfuncties
Gebruiksduur en Gebruikseinde.
Let erop dat levensmiddelen die snel bederven niet te lang in
de binnenruimte mogen staan.
1.
Functie en temperatuur instellen.
Het apparaat warmt op.
2.
De klokfunctietoets zo vaak indrukken tot de symbolen
KJ
en
x
verlicht zijn.
3.
Met de draaiknop de gebruiksduur instellen (bijv.
‚
:
„‹
uur).
De instelling wordt automatisch overgenomen.
4.
De klokfunctietoets zo vaak indrukken tot de symbolen
KJ
en
y
verlicht zijn.
5.
Met de draaiknop het gebruikseinde instellen
(bijv.
‚ƒ
:
„‹
uur).
Het apparaat schakelt uit en wacht op een geschikt tijdstip
om in te schakelen (in het voorbeeld om
‚‚
:
‹‹
uur). Op het
ingestelde gebruikseinde schakelt het apparaat automatisch
uit (
‚ƒ
:
„‹
uur).
6.
Functiekeuzeknop in de stand
Û
terugdraaien.
7.
De klokfunctietoets indrukken om de voorkeuzefunctie te
beëindigen.
Tijd instellen
U kunt de tijd alleen wijzigen wanneer er geen andere
klokfunctie actief is.
1.
De klokfunctietoets zo vaak indrukken tot de symbolen
KJ
en
3
verlicht zijn.
2.
Met de draaiknop de tijd instellen.
De instelling wordt automatisch overgenomen.
Instellingen controleren, corrigeren of wissen
1.
Om uw instellingen te controleren drukt u zo vaak op de
klokfunctietoets tot het betreffende symbool verlicht is.
2.
Zo nodig kunt u de instelling met de draaiknop corrigeren.
3.
Wanneer u de instelling wilt wissen, draait u de draaiknop
naar links terug op de oorspronkelijke waarde.
Bakken
Bij het bakken met hete lucht
3
inschuifhoogte 2 niet
gebruiken. Dit heeft invloed op de luchtcirculatie, met als
gevolg een slechter bak- en braadresultaat.
Toebehoren voor het bakken
Bakvormen
Gebruik donkere bakvormen van metaal. Blikken en glazen
vormen verlengen de baktijd en het gebak bruint niet
gelijkmatig. Wilt u met blikken vormen en boven- en
onderwarmte
%
bakken, gebruik dan inschuifhoogte 1.
Plaats een rechthoekige vorm altijd diagonaal en een ronde
bakvorm altijd in het midden van het rooster.
Bakplaten
Wij raden u aan uitsluitend de originele bakplaten te gebruiken,
omdat deze optimaal op de binnenruimte en de functies zijn
afgestemd.
Schuif de bakplaten altijd voorzichtig in tot de aanslag. Let erop
dat de schuine kant van de bakplaat altijd naar de
apparaatdeur wijst.
Bakken op twee niveaus
Gebruik bij het bakken op twee niveaus bij voorkeur bakplaten
en schuif deze tegelijkertijd in.
Houd er rekening mee dat uw gebak op de verschillende
niveaus niet even snel bruin wordt. Het gebak op het onderste
niveau wordt het snelst bruin en kan vroeger uit de oven
worden genomen.
Baktabel voor basisdeeg
De opgaven in de tabel zijn richtwaarden, die gelden voor
bakplaten van aluminium en donkere bakvormen. De waarden
kunnen variëren, afhankelijk van de soort en hoeveelheid deeg
en de bakvorm.
Wij raden u aan om de eerste keer de laagste van de
opgegeven temperaturen in te stellen. In principe levert de
laagste temperatuur de meest gelijkmatige bruining op.
Wanneer u gerechten bakt volgens eigen recept, houd dan de
waarden van gelijksoortig gebak in de tabel aan.