7.1 Montage van de draadloze camera
De aansluitkabels mogen niet gebogen of afgekneld worden.
Functiestoringen, kortsluiting of defecten kunnen het gevolg
zijn.
Zorg dat u bij het boren of vastschroeven in de wand geen
kabels of leidingen raakt.
De meegeleverde systeemcomponenten zijn uitsluitend ge-
schikt voor gebruik in droge omgevingen.
• Zoek een geschikte montageplaats voor de camera.
• In de montagehouder (3) zijn montagegaten aangebracht. Teken deze op de
wand met bijv. een stift.
• Boor de montagegaten in de wand.
• Bevestig de montagevoet (3) met hiervoor geschikt materiaal aan de wand.
• Schuif de camera in de montagevoet.
• Breng de camera in de gewenste positie.
• Draai de vastzetschroef 1 (4) vast.
• Draai de vastzetschroef 2 (5) vast.
☞
Richt de camera niet rechtstreeks op fel zonlicht of felle verlich-
tingen, omdat het beeld hierdoor overgemoduleerd kan raken.
7.2 Aansluiting en ingebruikname van de draadloze
camera
☞
De camera kan met of zonder netadapter worden gebruikt. Zod-
ra de netadapter op de camera is aangesloten, wordt de interne
accu geladen.
91
Summary of Contents for 75 16 23
Page 108: ...107...
