Coltene CanalPro Apex Locator Compact, Instructions For Use Manual

Page: 97 / 338

97
NL
10 Bewaren • Bewaar de apparaten in de sterili-
satieverpakking in een droge en
schone omgeving.
• Steriliteit kan niet worden gega-
randeerd als de verpakking open
of beschadigd is (controleer de
verpakking voordat u de instru-
menten gaat gebruiken).
8. Problemen oplossen
Bekijk eerst de voorgestelde oplossingen voordat u de klantenservice belt.
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
1 Het apparaat schakelt niet in als u
op de Aan/Uit-knop drukt.
1. Het kan zijn dat de knop niet
goed werkt.
2. Het kan zijn dat de batterijen leeg
zijn.
3. Elektronische storing.
1. Druk een paar keer op de
Aan/Uit-knop.
2. Vervang de batterijen.
3. Neem contact op met uw klan-
tenservice.
2 Het apparaat schakelt uit tijdens het
meten.
1. Het apparaat is langer dan 2 min
niet gebruikt.
2. De batterijen zijn leeg.
1. Schakel het apparaat in.
2. Vervang de batterijen.
3 Geen geluid tijdens de meting. Geluidsniveau staat op “Stil”. Pas het geluidsniveau aan door op
de knop “volume”
te drukken.
4 Het apparaat laat geen voortgang
van de vijl in het kanaal zien
1. Slecht elektrisch contact.
2. Elektronische storing.
1. Reinig de contactoppervlakken
van de vijl, de vijlklem en de lip-
klem en doe een kabelverbin-
dingstest zoals beschreven in § 6.5.
2. Neem contact op met uw klanten-
service.
5 Onjuiste metingen 1. Droog/verkalkt kanaal.
2. Geleidend pad voor de restaura-
tieve behandeling is geblok-
keerd.
3. Bloed of overstromende irrigatie-
vloeistof zorgen voor een gelei-
dend pad buiten het kanaal.
4. Diepe cariës zorgt voor een gelei-
dend pad buiten het kanaal.
5. Metalen kroon of metalen vulling
zorgt voor een geleidend pad
buiten het kanaal.
6. Perforatie.
7. Groot lateraal kanaal.
1. Irrigeer het kanaal.
2. Verwijder oude kanaalvulling om
het pad te openen, irrigeer het
kanaal.
3. Droog de overtollige vloeistof.
4. Blokkeer het externe geleidende
pad.
5. Vermijd contact tussen de vijl en
de metalen kroon/vulling.
6. Verwijder de vijl, sluit de perfora-
tie en herhaal de metingen,
breng de vijl daarbij voorzichtig
in het kanaal.
7. Probeer door te gaan met de me-
tingen (beweeg de vijl voorzichtig
verder richting apex tot er norma-
le meetwaarden verschijnen).