94
6.6.1. Apicale zone
De positie van de vijl in de apicale zone wordt aangegeven met kleursegmentjes in de afbeel-
ding van het wortelkanaal, en met de numerieke waarden 1.0, 0.75, 0.5, 0.25 en 0.0 onder de
afbeelding van de tand aan de linkerkant van het display.
De voortgang van de vijl in de apicale zone gaat vergezeld van een serie piepjes met variabele
snelheid. Zodra de apicale positie is bereikt (rood balkje bij de markering 0.0), hoort u een on-
onderbroken toon.
Begin van de apicale zone
Afbeelding 9
Midden-apicale zone
Apicale positie
Afbeelding 10
Afbeelding 11
De door de CanalPro Apex Locator Compact aangegeven apicale positie (rood balkje bij de mar-
kering 0.0) komt overeen met de positie van de punt van de vijl bij het foramen apicale minor.
Het vaststellen van de werklengte wordt overgelaten aan het professionele oordeel van de
tandarts. In de meeste gevallen krijgt u een klinisch aanvaardbare werklengte als u 0,5 mm van
de apicale lengte aftrekt. Desalniettemin moet de tandarts in ieder afzonderlijk geval de pas-
sende werklengte bepalen op basis van zijn eigen ervaring, de metingen met de apexlocator,
radiografie en andere beschikbare gegevens.
6.6.2. Overinstrumentatie
Een rode “bloeddruppel” en een alarmsignaal geven aan
dat de vijl de apex gepasseerd is. De melding “O.A” ver-
schijnt aan de linkerkant van het beeldscherm onder de
afbeelding van de tand (afb. 12).
Afbeelding 12
Summary of Contents for CanalPro Apex Locator Compact
Page 2: ...2 ...
Page 16: ...16 ...
Page 30: ...30 ...
Page 44: ...44 ...
Page 58: ...58 ...
Page 72: ...72 ...
Page 86: ...86 ...
Page 100: ...100 ...
Page 114: ...114 ...
Page 128: ...128 ...
Page 142: ...142 ...
Page 156: ...156 ...
Page 170: ...170 ...
Page 184: ...184 ...
Page 198: ...198 ...
Page 212: ...212 ...
Page 226: ...226 ...
Page 240: ...240 ...
Page 254: ...254 ...
Page 268: ...268 ...
Page 282: ...282 ...
Page 296: ...296 ...
Page 310: ...310 ...
Page 324: ...324 ...