Coltene CanalPro Apex Locator Compact, Instructions For Use Manual

Page: 95 / 338

95
NL
„ 6.7. Audiofeedback
De CanalPro Apex Locator Compact is uitgerust met een audio-indicator, waarmee u de voortgang van
de vijl in de pre-apicale en apicale zones van het kanaal kunt volgen.
Door herhaaldelijk op de volumeknop te drukken kunt u het geluidsvolume instellen op vier niveaus:
stil, zacht, normaal en hard.
„ 6.8. Demo-modus
Er is een ingebouwde demo-modus beschikbaar om de werking van het apparaat te demonstreren en de
leercurve van de bediener te verbeteren.
6.8.1. Koppel de meetkabel los van de CanalPro Apex Locator
Compact indien deze is aangesloten en schakel het appa-
raat in.
6.8.2 Om de demo-modus te starten houdt u de modus-knop
ongeveer 1 sec. ingedrukt tot u een tweede piepje
hoort en de weergave “ Demo ” op het scherm verschijnt.
6.8.3 Tijdens de demo-cyclus is op het scherm te zien hoe het
apparaat werkt. Druk op de modus-knop om de simu-
latie te pauzeren; druk nogmaals op om de simulatie te
hervatten.
6.8.4 Zodra de demo-cyclus klaar is, wordt hij automatisch her-
haald tot hij door de bediener wordt onderbroken.
6.8.5 Om de demo-modus te verlaten houdt u de modus-knop
ongeveer 1 sec. ingedrukt tot u een piepje hoort.
Afbeelding 13
Opmerking:
Als er tijdens de demo-cyclus een meetkabel in het apparaat wordt gestoken, verlaat de CanalPro Apex
Locator Compact de demo-modus en keert automatisch terug naar de normale gebruiksmodus.
„ 6.9. Automatische uitschakeling
De CanalPro Apex Locator Compact wordt automatisch uitgeschakeld als het apparaat langer dan 2 mi-
nuten niet wordt gebruikt. Om de levensduur van de batterijen te verlengen adviseren wij het apparaat
met de Aan/Uit-knop uit te schakelen zodra u klaar bent met meten.
7. Onderhoud, reiniging en sterilisatie
„ 7.1. Algemeen
• Het apparaat bevat geen onderdelen die door de gebruiker onderhouden kunnen worden. Onder-
houd en reparaties mogen alleen worden uitgevoerd door servicepersoneel dat in onze fabriek is op-
geleid.
• Alle onderdelen die in contact zijn geweest met potentieel infectueus materiaal moeten na elk gebruik
worden gereinigd:
Lipklem, vijlklem en tastsonde moeten tussen behandelingen in de autoclaaf worden gedesinfecteerd
en gesteriliseerd. Volg de “Desinfectie- en sterilisatieprocedure” in hoofdstuk 7.2.
Meetkabel, apparaat en houder moeten worden gereinigd met behulp van een tissue of zachte doek
gedrenkt met een aldehydevrije desinfectie- en reinigingsvloeistof (bacterie- en schimmeldodend).