CMi H-EKS 2000/40, Manual

Page: 153 / 164

153
Zaagblad en zaagketting monteren
– Schroef (4) op kettingwielbeveiliging (5)
losdraaien en kettingwielbeveiliging
beveiligen (
►
P. 4, punt 3).
– Met de spanschroef (15) trekbout (16)
naar voren draaien (
►
P. 4, punt 4).
– Zaagblad (3) met geleidemoer (17) op
geleidegroef (18) plaatsen (
►
P. 4,
punt 5).
– Zaagketting (2) om het kettingwiel (19)
leggen. Let op correcte montagerichting.
– Zaagketting (2) om zaagrail (3) leggen.
– Kettingwielbeveiliging (5) plaatsen.
– Bevestigingsmoer (4) eerst licht aantrek-
ken.
Zaagketting spannen
►
P. 5, punt 7
– Spanbout (15) aantrekken, totdat de ket-
ting tegen de onderkant van het zaagblad
rust.
– Bevestigingsmoer (4) vastdraaien.
Zaagketting laten inlopen
Tijdens de inlooptijd moeten de zaagketting
en -blad na maximaal vijf snedes worden bij-
gespannen.
Spanning van de zaagketting controleren
De ketting is op de juiste spanning, wanneer
deze aan de onderkant van het zaagblad
strak aanligt en met de hand nog gemakkelijk
kan worden bewogen.
Spanning van de zaagketting indien nodig
bijstellen (
►
Zaagketting bijspannen –
p. 158).
Kettingsmering controleren
– Hoeveelheid olie in de tank controleren.
– Apparaat starten.
– Lopende zaagketting enige tijd (15 s) op
een afstand van ca. 15 cm boven een
geschikt oppervlak houden.
Bij voldoende kettingsmering vormt de van
de zaagketting wegspattende olie een licht
spoor.
Kettingrem controleren
De kettingrem zorgt ervoor dat de zaagket-
ting bij een terugslag direct blokkeert. Voor
aanvang van de werkzaamheden moet het
apparaat worden gecontroleerd op een pro-
bleemloze werking.
– Plaats het apparaat op de grond.
– Apparaat starten.
– Klap de handbescherming naar voren. De
ketting moet direct stoppen.
– Bij een niet werkende kettingrem het
apparaat direct door een vakman laten
controleren.
GEVAAR! Gevaar voor letsel tij-
dens gebruik!
Ondeskundig
gemonteerde onderdelen kunnen bij
gebruik van het apparaat tot zeer
ernstig en zelfs dodelijk letsel leiden!
Dit apparaat mag alleen in bedrijf
worden gesteld, wanneer alle onder-
delen compleet en stevig gemon-
teerd zijn en er geen onderdelen
beschadigd zijn!
• Lees daarom eerst het hele
hoofdstuk door voordat u de
onderdelen monteert!
• Monteer de delen zorgvuldig en
volledig.
• Gebruik gereedschap als dat
voorgeschreven is.
WAARSCHUWING! Letselgevaar
bij de montage!
Onderdelen mogen
alleen bij uitgeschakelde motor
gemonteerd en gedemonteerd wor-
den.
VOORZICHTIG! Snijgevaar!
De tan-
den van de zaagketting zijn erg
scherp! Bij alle werkzaamheden aan
de ketting moeten veiligheidshand-
schoenen worden gedragen.
GEVAAR! Gevaar voor letsel!
Een
verkeerd gemonteerde zaagketting
leidt tot ongecontroleerd zaaggedrag
van het apparaat! Let bij montage
van de ketting op de voorgeschreven
looprichting!
Aanwijzing:
Let bij het plaatsen van
de ketting op de juiste positie in de
geleidegroef (zaagrail) letten.
WAARSCHUWING! Gevaar voor
letsel!
Een nieuwe zaagketting moet
na maximaal vijf snedes worden
nagespannen. Dit is tijdens de
inlooptijd normaal: de intervallen tus-
sen toekomstige bijstellingen worden
groter.
LET OP! Schade aan de machine!
Het apparaat mag niet zonder vol-
doende kettingsmering worden
gebruikt. Als gevolg van onvol-
doende smering wordt de gebruiks-
duur van het apparaat verkort.
NL
Kettensaege_Elektro_302128.book Seite 153 Donnerstag, 5. Januar 2017 4:59 16