45
NL
■
Wanneer het apparaat niet onder toezicht staat, en vóór het
monteren, demonteren of reinigen moet het altijd worden uitge-
schakeld.
■
Dompel het apparaat, het oplaadstation en de netadapter nooit
in water of andere vloeistoffen, en zorg ervoor dat deze niet in
het water kunnen vallen of nat kunnen worden.
■
Wanneer het apparaat, het oplaadstation en de netadapter van
het apparaat zijn beschadigd, dan moeten deze door de fabri-
kant of klantenservice of een soortgelijk gekwali
fi
ceerde per-
soon (bijv. gespecialiseerde werkplaats) worden vervangen, om
gevaren te voorkomen.
Gevaar voor verwondingen
■
Verstikkingsgevaar! Houd het verpakkingsmateriaal uit de buurt van kinderen en die-
ren.
■
Houd dieren, haren, sieraden, wijde kleding, vingers en alle overige lichaamsdelen
uit de buurt van de zuigmonden van het apparaat. Deze zouden zich kunnen vast-
zuigen. Mocht de stofzuiger zich toch eens vastzuigen, schakel dan het apparaat
direct uit.
■
Wees bij de reiniging van trappen extra voorzichtig, dat u niet valt.
Gevaar van elektrische schokken en brand
■
Gebruik het apparaat niet wanneer er licht ontvlambare gassen in de lucht aanwezig
zijn.
■
Gebruik en berg het apparaat alleen op in gesloten ruimten. Gebruik het niet in de
openlucht, in ruimten met een hoge luchtvochtigheid of op hete oppervlakken.
■
Raak nooit het apparaat, het oplaadstation en de netadapter aan met natte resp.
vochtige handen.
■
Zuig nooit vloeistoffen op. Vul het stofreservoir niet met vloeistoffen. Houd het motor-
blok uit de buurt van vocht en natheid!
■
Voorkom dat het netsnoer bekneld raakt tussen deuren en trek het niet over scherpe
randen of hoeken heen. Houd het snoer uit de buurt van hete oppervlakken.
■
Sluit de netadapter uitsluitend aan op een contactdoos, waarvan de netspanning
overeenstemt met de gegevens op het typeplaatje. De contactdoos moet ook na het
aansluiten goed toegankelijk blijven. Gebruik alleen correct werkende verlengsnoe-
ren, waarvan de technische gegevens overeenstemmen met die van het apparaat.
■
Controleer het apparaat in het belang van uw eigen veiligheid vóór elke ingebruik-
name op beschadigingen. Gebruik het apparaat alleen als het geen schade vertoont!
■
Bij schade / storingen (bijv. ongewone geluiden, geur- of rookontwikkeling) dient u
het apparaat uit te schakelen. Laat het door een vakman controleren, voordat u het
weer gebruikt.