51
NL
Gebruik
OPGELET!
■
Houd de zuigmonden tijdens het gebruik nooit in de buurt van lichaamsdelen of die-
ren en steek uw vingers er niet in. U zou zich kunnen vastzuigen / kunnen bezeren.
Mocht de stofzuiger zich echter toch eens vastzuigen, schakel dan het apparaat di-
rect uit ( aan-/uitschakelaar indrukken).
■
Schakel de stofzuiger pas in, wanneer u hebt vastgesteld dat alle onderdelen com-
pleet zijn gemonteerd.
■
Schakel het apparaat altijd eerst uit, voordat u een zuigmond verwisselt resp. overige
toebehoren aanbrengt of verwijdert!
■
Zuig in geen geval het volgende op:
–
vloeistoffen of natte stoffen (bijv. natte tapijtshampoo)
–
gloeiende as, sigarettenpeuken, luciferstokjes etc.
–
brandbare of ontvlambare stoffen
–
zeer
fi
jn stof (bijv. betonstof), as of toner
–
scherpe, harde voorwerpen zoals grote glassplinters
1. Om de stofzuiger in te schakelen, drukt u op de aan-/uitschakelaar op het appa-
raat. Het rode controlelampje gaat aan.
2. Met de knop kunt u wisselen tussen twee snelheden.
3. Leid de zuigmond over het te reinigen oppervlak.
Wanneer u de vloerzuigmond gebruikt, kantelt
u het motorblok naar achteren om deze uit de
vergrendeling los te maken. Dan is hij naar alle
kanten vrij te bewegen.
4. Wanneer u de aan-/uit-knop op de vloerzuig-
mond indrukt, wordt de roterende borstel in-
resp. uitgeschakeld.
5. Het groene controlelampje geeft aan dat de accu
te zwak is en moet worden opgeladen.
6. Druk weer op de aan-/uitschakelaar om het apparaat uit te schakelen.
7. Leeg en reinig het stofreservoir, het cyclooninzetstuk en de HEPA-
fi
lter regelmatig
om oververhitting van de motor te voorkomen (zie hoofdstuk ‘Apparaat en toebeho-
ren reinigen’, pagina 52). Voor een optimale werking van het apparaat dient u het
stofreservoir na elk gebruik te legen.