2012 Cargo Floor B.V. Coevorden, Holland
Versie 01/11-01-2012
www.cargofloor.com
[email protected]
Cargo Floor B.V.
P.O. Box 271
NL-7740 AG Coevorden
Phone: +31-(0)524-
593900
Fax: +31-(0)524-
593999
Blz. 42
NL
MONTAGE VAN DE SPECIALE KUNSTSTOF GELEIDINGSKAMMEN
Bij toepassing van de zgn. kunststof kamgeleiding dient men vooraf te controleren of de hoogte van de te
gebruiken kamgeleiding overeenstemt met de hoogte van het aandrijfsysteem (zie bladzijde 18, figuur 6).
De kamgeleidingen worden normaliter per drie stuks naast elkaar op een dwarstraverse gemonteerd. Hierbij dient
het hart van het middelste blok van de kunststof kamgeleiding in de centerlijn van het chassis te worden
gemonteerd. Op de kunststof kamgeleiding zijn hartlijnen aangegeven.
Bij het monteren van de twee buitenste kamgeleidingen moet er opnieuw vanuit de centerlijn gemeten worden
naar het hart van het middelste blok van de kunststof kamgeleiding, zie figuur 14B.
Er zijn situaties waarbij het zgn. “zadelprincipe” van de kunststof kamgeleiding niet toegepast kan worden,
hiervoor dient / kan men de oranje kunststof kamgeleiding te kiezen. LET OP: dit is alleen toepasbaar bij kunststof
kamgeleiding met een hoogte van 35 mm.
Door het zgn. “zadelprincipe” van de kunststof kamgeleidingen is het niet noodzakelijk elk bevestigingsgat in
deze kunststof kamgeleiding te gebruiken. (Zie figuur 14A.)
Aantal bevestigingspunten:
Vanaf de voorzijde van de oplegger tot aan het aandrijfsysteem dient bij elke kunststof geleidingskam de
buitenste gaten en het middelste gat te worden gebruikt (3 per geleidingskam, 9 per dwarstraverse).
Vanaf het aandrijfsysteem tot circa 2000 mm voor de laad- / loszijde van het frame dient per kamgeleiding elk
tweede gat te worden gebruikt, beginnende bij het eerste gat (4 per geleidingskam, 12 per dwarstraverse).
De laatste twee meter van het frame dienen alle aanwezige gaten te worden gebruikt.
Bij gebruik van geleidingskammen zonder het zgn. “zadelprincipe” (oranje kamgeleiding) dienen alle
aanwezige gaten te worden gebruikt.
Het is hierbij raadzaam een dwarsligger met een bovenflensbreedte van maximaal 60 mm te gebruiken, deze mag
niet smaller dan 50 mm zijn. Er kunnen tevens afwijkende maten worden toegepast door gebruikmaking van
speciaal hiervoor bestemde kunststof kamgeleidingen.
Nb. bij het gebruik van deze kunststof kamgeleiding adviseren wij u nadrukkelijk om een stabiele
dwarstraverse toe te passen en ervoor te zorgen dat het onderframe sterk genoeg is. Voor de uitlijning
adviseren wij u onze positioneringsmal, artikelnummer 9111201, te gebruiken. Zie figuur 14B.
GB
MOUNTING THE SPECIAL PLASTIC CAM GUIDES
A check needs to be made, that the heights of the cam guide and the drive system are in agreement before
mounting the so-called plastic cam guides (see page 18, fig 6).
The cam guides are normally mounted adjacently in three’s on a crossbeam. In this case the centre of the middle
block of the middle guide needs to be mounted along the centre line of the chassis. The centre lines are shown on
the plastic cam guides.
When mounting the two outer cam guides, one needs again to measure from the chassis centre line to the centre of
the middle block in the plastic cam guide, see figure 14B.
There are situations where the so-called “saddle principle” of the plastic cam guides can not be used, in such cases
the orange plastic cam guides need to be chosen. ATTENTION: this can only be done with 35 mm high plastic
cam guides.
Thanks to the so-called “saddle principle” of the plastic cam guides, it is not necessary to use every mounting hole
in the plastic cam guide. (See figure 14A.)
Number of mounting points:
The outer and centre hole of each plastic cam guide from the front of the trailer to the drive system need to be
used (3 per cam guide, 9 per crossbeam).
Every second hole, starting at the first hole, of each cam guide from the drive system to about 2000 mm away
from the loading / unloading side of the frame needs to be used (4 per cam guide, 12 per crossbeam).
All of the holes over the last two metres of the frame need to be used.
When using cam guides that don’t use the so-called “saddle principle” one needs to use all mounting holes.