1 689 989 261
2019-04-08
|
Robert Bosch GmbH
134 | SMT 300 | Veiligheidsinstructies
2.2
Verplichting van de ondernemer
De ondernemer is verplicht alle maatregelen voor de
preventie van ongevallen, beroepsziektes, door het werk
veroorzaakte gevaren voor de gezondheid en maatrege-
len voor de mensgerechte vormgeving van het werk te
garanderen en uit te voeren.
Voor de sector elektrotechniek is in Duitsland de onge-
valpreventievoorschrift van de wettelijke ongevallenver-
zekering "Elektrische Anlagen und Betriebsmittel nach
DGUV Vorschrift 3" (oud BGV A3) bindend. In andere
landen moeten de overeenkomstige nationale voor-
schriften of wetten en aanwijzingen worden opgevolgd.
Grondregels
De ondernemer moet ervoor zorgen dat elektrische
installaties en bedrijfsmiddelen alleen door een elek-
tricien of onder leiding en toezicht van een elektricien
overeenkomstig de elektrotechnische regels worden
opgericht, gewijzigd en in stand gehouden.
De ondernemer moet er verder voor zorgen dat de elek-
trische installaties en bedrijfsmiddelen overeenkomstig
de elektronische regels gebruikt.
Als bij een elektrische installatie of een elektrisch be-
drijfsmiddel een gebrek werd vastgesteld, d. w.z. als zij
niet of niet meer overeenkomen met de elektrotechni-
sche regels, moet de ondernemer er voor zorgen dat het
gebrek onmiddellijk wordt verholpen en als tot op dat
moment een dringend gevaar bestaat, moet hij ervoor
zorgen dat de elektrische installatie of het elektrische
bedrijfsmiddel in de gebrekkige toestand niet wordt
gebruikt.
Controles (aan het voorbeeld Duitsland):
R
De ondernemer moet ervoor zorgen dat de elek-
trische installaties en bedrijfsmiddelen door een
elektricien of onder leiding en toezicht van een
elektricien op hun correcte toestand worden gecon-
troleerd:
$
Voor de eerste inbedrijfstelling.
$
Na een wijziging of reparatie voor de hernieuwde
inbedrijfstelling.
$
In bepaalde tijdsintervallen. De termijnen moe-
ten zodanig worden vastgelegd, dat defecten
waarmee rekening moet worden gehouden, tijdig
worden vastgesteld.
R
Bij de controle moeten de overeenkomstige elektro-
technische regels in acht worden genomen.
R
Op wens van de wettelijke ongevallenverzekering
moet een controleboek met bepaalde registraties
worden bijgehouden.
3. Veiligheidsinstructies
nl
3.1
Gevaar voor elektrische schokken
3.1.1
Netspanningen, hoogspanningen, hybride voer-
tuigen en elektrische voertuigen
In het lichtnet en in elektrische installaties
van motorvoertuigen treden gevaarlijke span-
ningen op. Bij het aanraken van delen waarop
spanning aanwezig is (bv. ontstekingsspoel),
door spanningsoverslag op grond van bescha-
digde isolatie (bv. marterbeten aan ontste-
kingsleidingen) bestaat er gevaar voor een
elektrische schok. Dit geldt voor de secundai-
re en primaire zijde van het ontstekingsme-
chanisme, de kabelboom met connectoren,
lichtinstallaties (Litronic) en de aansluiting op
het voertuig.
Veiligheidsmaatregelen:
¶
Hoge spanningen bij hybride voertuigen en elektri-
sche voertuigen en bij hun hoogspanningsonderde-
len. Vóór alle werkzaamheden de instructies in de
voertuigdocumentatie lezen en in acht nemen.
¶
Leidingen met beschadigde isolatie vervangen.
¶
De elektrische uitrusting om de 2 jaar controleren en
gebreken onmiddellijk verhelpen.
¶
Alle werkzaamheden indien mogelijk alleen uitvoeren
met uitgeschakeld contact en stilstaande motor.
¶
Bij alle werkzaamheden met ingeschakeld contact of
draaiende motor geen spanningsgeleidende delen
aanraken. Dit geldt voor alle aansluitleidingen en voor
aansluitingen van aggregaten op testbanken.
¶
Vóór het losmaken van de (B–)-aansluitleiding van
motormassa of accu (B–), het contact uitschakelen.