34
nl
Bedienen
Uitpersen
W
Gevaar voor letsel
Niet met de vingers in de vulopening
grijpen. Altijd de bijgevoegde stopper
gebruiken!
■ Het in elkaar gezette apparaat op een
vlakke en schone ondergrond zetten.
■ Netsnoer tot de gewenste lengte uit het
snoeropbergvak trekken.
■ Stekker in wandcontactdoos doen.
■ De sluiting op de uitloop naar voren
schuiven om deze te openen.
■ Apparaat inschakelen.
–
Stand
1
is vooral geschikt voor zacht
fruit / groente, bijv. watermeloenen,
druiven, tomaten, komkommers en
frambozen.
–
Stand
2
is vooral geschikt voor hard en
stevig fruit en groente, bijv. wortels.
De gebruiksduur van het apparaat
bedraagt 10 minuten voor alle fruit-
en groentesoorten, zoals wortels,
komkommers, appels en peren. Daarna het
apparaat uitschakelen en laten afkoelen.
■ Fruit / groente in de vulopening doen
terwijl de motor loopt.
■ Gebruik voor het aandrukken uitsluitend
de stopper. Nooit uw vingers in de
vulschacht steken! Slechts lichtjes op de
stopper drukken. Dit levert meer sap op
en ontziet het apparaat.
■ Apparaat uitschakelen. Schakelaar
op
f
zetten. Het apparaat pas
uitschakelen wanneer er geen sap meer
uitloopt.
Attentie!
Altijd wachten met openen tot de motor
stilstaat.
Belangrijke aanwijzingen
–
Pulpbak leegmaken voordat de pulp de
rand van het zeefbakje bereikt.
–
Trillingen van het apparaat tijdens het
centrifugeren wijzen op een verstopte of
beschadigde zeef. Het apparaat direct
uitschakelen. Zeef controleren. Een
beschadigde zeef niet meer gebruiken!
■ Sapkom met de gietmond onder de
uitloop zetten. Schuimafscheider
verwijderen uit de sapkom als u de
voorkeur geeft aan sap met schuim.
Deksel op de sapkom doen om spatten
te voorkomen.
■ Stopper in de vulschacht steken.
De stopper heeft een geleidingssleuf!
Fruit en groente voorbereiden
Attentie!
Verwerk alleen rijp(e) en niet-bevroren fruit
en groente. Bij onrijp fruit en onrijpe groente
raakt de zeef zeer snel verstopt.
■ Fruit en groente eerst wassen.
■ Pitten verwijderen. Dikke stelen
verwijderen.
■ Grote stukken fruit en groente eerst
klein maken, zodat het in de vulopening
past.
■ Alleen vers fruit en verse groente
verwerken.
■ Vruchten met een dikke en harde
schil (bijv. ananassen, meloenen,
sinaasappels, rode bieten) eerst
schillen. Het wit en de velletjes van
citrusvruchten verwijderen!
■ De consistentie van het appelsap hangt
af van de gebruikte appelsoort. Hoe
sappiger de appels, des te dunner het
sap. Aan appelsap kunt u een paar
druppels citroensap toevoegen om het
bruin worden van het sap te vertragen.
■ Ook bladeren en stelen (bijv.
stronken van kropsla) kunnen in deze
sapcentrifuge worden verwerkt.
■ Drink het sap direct nadat u het hebt
toebereid, het verliest snel zijn smaak
en voedingswaarde.
■ De sapcentrifuge is niet geschikt
voor het verwerken van bijzonder
harde, vezelige en zetmeelhoudende
fruit- en groentesoorten (bijv. suikerriet,
bananen, papaja’s, avocado’s, vijgen
en mango’s).