33
nl
Inhoud
Hartelijk gefeliciteerd met de aankoop
van uw nieuwe Bosch-apparaat. Meer
informatie over onze producten vindt
u op onze internetsite.
Inhoud
Bestemming van het apparaat..................31
Belangrijke veiligheidsinstructies ..............31
In één oogopslag ......................................33
Inschakelbeveiliging .................................33
Bedienen ..................................................33
Reiniging en verzorging ............................35
Recepten ..................................................36
Afval..........................................................37
Garantie ....................................................37
12 Schuimafscheider
13 Deksel voor sapkom
14 Reinigingsborstel
Inschakelbeveiliging
Het apparaat kan alleen worden
ingeschakeld wanneer
–
het zeefbakje en het deksel goed zijn
aangebracht en
–
de sluitbeugels goed zijn aangebracht
en vergrendeld.
Vergrendeling van het deksel controleren
voor elk gebruik!
Bedienen
X
Afb.
B
In elkaar zetten
W
Gevaar voor letsel
–
Alleen gebruiken wanneer het
aansluitsnoer en het apparaat niet
beschadigd zijn.
–
Voor elk gebruik moet het hele
apparaat, vooral de zeef en het
zeefbakje, worden gecontroleerd op
beschadiging (scheuren, barsten).
–
Raspmessen / messen op de bodem
van de zeef niet aanraken.
■ De sluiting (met de handgreep naar
links) tot aan de aanslag op de uitloop
schuiven en 90° naar boven draaien.
Zorg ervoor dat de afdichtring op de
uitloop zit!
■ Zeefbakje aanbrengen in de
motoreenheid.
■ Zeef aanbrengen en omlaag drukken
tot hij hoorbaar vastklikt. De zeef moet
vast op de aandrijving zitten! Eerst
controleren op beschadiging!
■ Pulpbak aanbrengen in de
motoreenheid.
■ Deksel aanbrengen.
■ Beide sluitbeugels over de dekselneu-
zen (1) plaatsen en aandrukken (2) tot
ze hoorbaar vastklikken.
In één oogopslag
De pagina’s met afbeeldingen uitklappen.
X
Afb.
A
1 Motoreenheid (met snoeropbergvak)
2 Schakelaar
f
Apparaat uitschakelen
1
= Apparaat inschakelen /
Lage snelheid
2
= Apparaat inschakelen /
Hoge snelheid
3 Sluitbeugel
4 Pulpbak
5 Sluiting voor de uitloop (druppelstop)
Belangrijke aanwijzing
–
Bij inschakeling van het apparaat
moet de sluiting geopend zijn (sluiting
vooraan). Bij geopende sluiting stroomt
het sap in de sapkom.
–
Bij het leegmaken van de sapkom
het apparaat uitschakelen (
f
)
en de sluiting sluiten (naar achteren
schuiven). Zo wordt het uitstromen van
sap stopgezet en voorkomt u dat de
ondergrond vuil wordt.
6 Zeefbakje met uitloop
7 Zeef
8 Deksel
9 Vulopening
10 Stopper
11 Sapkom