nl
111
nlInhoudsopgave
nlGebruikersaanwijzing
Veiligheids- en
waarschuwingsinstructies
Voordat u het apparaat in gebruik neemt
Lees de gebruiks- en installatiehandleiding zorgvuldig
door! U vindt hierin belangrijke informatie over het
opstellen, het gebruik en onderhoud van het apparaat.
De fabrikant is niet aansprakelijk wanneer de
aanwijzingen en waarschuwingen in de
gebruikersaanwijzing niet in acht worden genomen.
Bewaar alle documenten voor later gebruik of voor de
volgende eigenaar.
Technische veiligheid
Het apparaat bevat een kleine hoeveelheid van het
milieuvriendelijke maar brandbare koelmiddel R600a.
Let erop dat de leidingen van het koelmiddelcircuit
tijdens het transport of de installatie niet beschadigd
raken. Koelmiddel dat uit het apparaat spuit kan vlam
vatten en oogletsel tot gevolg hebben.
In geval van beschadiging
■
het apparaat uit de buurt houden van open vuur of
ontstekingsbronnen,
■
de ruimte gedurende enkele minuten goed
ventileren,
■
het apparaat uitschakelen en de netstekker uit het
stopcontact halen,
■
contact opnemen met de servicedienst.
Hoe meer koelmiddel het apparaat bevat, des te groter
moet de ruimte zijn waarin het zich bevindt. In te kleine
ruimtes kan bij een lekkage een brandbaar gas-lucht-
mengsel ontstaan.
Per 8 g koelmiddel moet de ruimte minimaal 1 m³
groot zijn. Op het typeplaatje aan de binnenkant van uw
apparaat staat hoeveel koelmiddel het bevat.
Wanneer de aansluitkabel van dit apparaat beschadigd
raakt, dient deze door de fabrikant, de servicedienst of
een persoon die daartoe eveneens gekwalificeerd is te
worden vervangen. Indien de installatie of reparaties op
ondeskundige wijze worden uitgevoerd, houdt dit een
aanzienlijk risico in voor de gebruiker.
Reparaties mogen uitsluitend worden uitgevoerd door
de fabrikant, de servicedienst of een persoon die
daartoe eveneens gekwalificeerd is.
Er mogen uitsluitend originele onderdelen van de
fabrikant worden gebruikt. Alleen voor deze onderdelen
garandeert de fabrikant dat ze voldoen aan de
veiligheidsbepalingen.
Een verlengstuk van de aansluitkabel mag uitsluitend
via de servicedienst worden betrokken.
Bij gebruik
■
Nooit elektrische apparaten binnen in het apparaat
gebruiken (bijv. verwarmingstoestellen, elektrische
ijsbereiders). Explosiegevaar!
■
Het apparaat nooit met een stoomreiniger ontdooien
of schoonmaken! De stoom kan bij de elektrische
delen komen en kortsluiting veroorzaken. Gevaar
voor elektrocutie!
■
Geen spitse of scherpe objecten gebruiken om rijp-
en ijslagen te verwijderen. Hiermee kunt u de
koelmiddelleidingen beschadigen. Vrijkomend
koelmiddel kan ontbranden of oogletsel
veroorzaken.
■
Geen producten met brandbare drijfgassen (bijv.
spuitbussen) en geen explosieve stoffen bewaren.
Explosiegevaar!
■
Onderstuk, lades, deuren enz. niet gebruiken als
opstapje of ter ondersteuning.
■
Voor het ontdooien en schoonmaken de netstekker
uit het stopcontact halen of de zekering
uitschakelen. Niet aan de kabel maar aan de stekker
trekken.
■
Middelen met een hoog alcoholpercentage alleen
goed afgesloten en rechtop bewaren.
■
Kunststofdelen en deurafdichting niet verontreinigen
met olie of vet. Kunststofdelen en deurafdichting
worden anders poreus.
■
Be- en ontluchtingsopeningen voor het apparaat
nooit afdekken of afsluiten.
■
Dit apparaat mag alleen worden gebruikt door
personen (inclusief kinderen) die beschikken over
beperkte fysische, sensorische of psychische
capaciteiten of een gebrekkige kennis, wanneer zij
onder toezicht staan van een persoon die
verantwoordelijk is voor hun veiligheid of indien zij
van deze persoon aanwijzingen over het gebruik van
het apparaat hebben gekregen.
■
In de vriesruimte geen vloeistoffen opslaan in flessen
en verpakkingen (met name geen koolzuurhoudende
dranken). Flessen en verpakkingen kunnen barsten!
■
Diepvriesproducten nooit direct nadat ze uit de
vriesruimte genomen zijn in de mond nemen.
Gevaar voor lichamelijk letsel!
■
Voorkom langer contact van de handen met de
diepvriesproducten, ijs, de verdamperleidingen enz.
Gevaar voor lichamelijk letsel!
Voorkomen van gevaren voor kinderen en
risicopersonen
Risicopersonen zijn:
■
kinderen,
■
personen, die lichamelijk, psychisch of in hun
waarnemingen beperkt zijn,
■
personen die onvoldoende kennis hebben om het
apparaat veilig te kunnen bedienen.
Maatregelen:
■
Zorg ervoor dat kinderen en risicopersonen de
gevaren begrepen hebben.
■
Een persoon die verantwoordelijk is voor de
veiligheid dient bij het apparaat toezicht te houden
op kinderen en risicopersonen of hun aanwijzingen
te geven.
■
Het apparaat alleen laten gebruiken door kinderen
vanaf 8 jaar.
■
Tijdens de reiniging en het onderhoud dienen
kinderen onder toezicht te staan.
■
Nooit kinderen met het apparaat laten spelen.