Nederlands |
65
Bosch Power Tools
1 609 92A 25B | (16.2.16)
Maateenheid wisselen (zie afbeelding B)
U kunt op elk moment wisselen tussen de maateenheden „°”, „%” en „mm/m”.
Druk daarvoor de toets voor maateenheid wisselen
20
zo vaak in tot de ge-
wenste maateenheid in de indicatie
k/m
verschijnt. De huidige meetwaarde
wordt automatisch omgerekend.
De instelling van de maateenheid blijft bewaard bij het uit- en inschakelen
van het meetgereedschap.
Geluidssignaal in- en uitschakelen
Met de toets voor het geluidssignaal
19
kunt u het geluidssignaal in- en uit-
schakelen. Als het geluidssignaal is ingeschakeld, wordt in het display de in-
dicatie
o
weergegeven.
De instelling van het geluidssignaal blijft bewaard bij het uit- en inschakelen
van het meetgereedschap.
Meetwaarde-indicatie en richtindicaties (zie afbeelding F)
De meetwaarde wordt bij elke beweging van het meetgereedschap geactua-
liseerd. Wacht na een sterke beweging van het meetgereedschap met het af-
lezen van de meetwaarde tot deze niet meer verandert.
Afhankelijk van de positie van het meetgereedschap worden meetwaarde en
maateenheid in het display 180° gedraaid weergegeven. Daardoor kan de in-
dicatie ook bij werkzaamheden boven het hoofd worden afgelezen.
Het meetgereedschap geeft door de uitlijnhulpmiddelen
h/i
op het display
aan in welke richting het moet worden gebogen, om de loodlijn of horizontale
lijn te bereiken.
Als de doelwaarde is bereikt, gaan de pijlen van de richtindicaties
h/i
uit en
klinkt, als het geluidssignaal is ingeschakeld, een permanent geluid.
Hoeken aanrakingsloos meten/overbrengen
Met de laser kunt u hoeken aanrakingsloos meten of overbrengen, ook over
grote afstanden.
Richt de laserstraal niet op personen of dieren en kijk zelf niet in de
laserstraal, ook niet vanaf een grote afstand.
Gebruik altijd alleen het midden van de laserpunt voor het markeren.
De grootte van de laserpunt verandert met de afstand.
Voor het
meten
van hellingen lijnt u het meetgereedschap zodanig uit dat de
laserstraal langs het te meten vlak loopt. Voor het
overbrengen
van hellingen
lijnt u het meetgereedschap zodanig uit dat de gewenste helling als meet-
waarde
n
wordt aangegeven, en daarna brengt u de helling met behulp van de
laserpunt op het doelvlak over.
Opmerking:
Houd er bij het overbrengen van hoeken met de laser rekening
mee dat de laser 30 mm boven de onderkant van het meetgereedschap naar
buiten komt.
Nauwkeurigheidscontrole en kalibratie van het meetgereed-
schap
Meetnauwkeurigheid controleren
Controleer de nauwkeurigheid van het meetgereedschap altijd vóór kritische
metingen, na grote temperatuurveranderingen en na ernstige schokken.
Voor het meten van hoeken <45° dient de controle plaats te vinden op een
egaal, ongeveer horizontaal oppervlak, voor het meten van hoeken >45° op
een egaal, ongeveer verticaal oppervlak.
Schakel het meetgereedschap in en leg het op een horizontaal of verticaal
vlak.
Kies de maateenheid „°” (zie „Maateenheid wisselen”, pagina 65).
Wacht 10 seconden en noteer vervolgens de meetwaarde.
Draai het meetgereedschap 180° om zijn verticale as. Wacht opnieuw
10 seconden en noteer de tweede meetwaarde.
Kalibreer het meetgereedschap alleen als het verschil tussen beide
meetwaarden groter dan 0,1° ist.
Kalibreer het meetgereedschap in de positie (verticaal of horizontaal), waar-
in het verschil van de meetwaarden is vastgesteld.
Het kalibreren kan alleen met de bodemzijde worden uitgevoerd.
Kalibreren van de horizontale raakvlakken (zie afbeelding I)
Het oppervlak waarop u het meetgereedschap legt, mag
niet meer dan 5°
van het horizontale oppervlak afwijken. Als de afwijking groter is, wordt het
kalibreren afgebroken en wordt
„---”
weergegeven.
Schakel het meetgereedschap in en leg het zodanig op het horizontale
oppervlak dat de libel
9
naar boven wijst en het display
7
naar u toe is
gericht. Wacht 10 seconden.
Druk daarna gedurende ca. 2 seconden op de kalibratietoets
„Cal”
20
tot kort
„CAL1”
op het display verschijnt. Daarna knippert de meet-
waarde in het display.
Draai het meetgereedschap 180° om de verticale as, zodat de libel nog
steeds naar boven wijst, maar het display
7
zich op de van u afgewende
zijde bevindt. Wacht 10 seconden.
Druk vervolgens opnieuw op de kalibratietoets
„Cal” 20
. In het display
wordt kort
„CAL2”
weergegeven. Vervolgens verschijnt de meetwaarde
(niet meer knipperend) in het display. Het meetgereedschap is nu voor
dit raakvlak opnieuw gekalibreerd.
OBJ_BUCH-2370-003.book Page 65 Tuesday, February 16, 2016 3:45 PM