35
E. FUNCTIE HARTSLAG
De functie hartslag toont u het aantal
P.P.M (hartslagen per minuut).
Hiervoor plaatst u uw handen fig. 4
over de sensoren op het stuur (R) en
na enkele seconden wordt uw
hartslagfrequentie getoond. Dit is
geen medisch apparaat en deze
waarde is slechts een indicatie.
Om de THR (streefwaarde hartslag) te
kiezen, dient u de volgende stappen te
volgen:
1. Druk op een willekeurige toets om
de monitor in te schakelen.
2. Door op de toets MODE te drukken
gaat het kleine venster van de
hartslag knipperen en verschijnt
THR.
3. Door op de toetsen UP of DOWN te
drukken, kiest u een
hartslagfrequentie tussen de 40 en
199 (PPM) waarop u de oefening
wilt doen. De geprogrammeerde
beginwaarde staat ingesteld op 150
PPM.
4. Wanneer u de oefening start, wordt
op het beeldscherm PULSE
getoond met uw hartslagfrequentie
en wanneer de gekozen waarde is
bereikt, zult u gedurende 3
seconden een piepsignaal horen,
wat u waarschuwt dat de gekozen
waarde is bereikt.
OPMERKING:
Wanneer er, na 15 seconden, geen
enkel hartslagsignaal wordt
weergegeven, wordt er op het scherm
“E 3” getoond. Controleer of u beide
handen over de sensoren (R) op het
stuur, figuur 5, heeft gelegd. Wanneer
er geen signaal binnen 5 seconden
wordt waargenomen, keert het
beeldscherm naar zijn vorige stand
terug.
INSTRUCTIES - GEBRUIK
HANDGRIP (HARTSLAG)
De hartslag van dit model wordt
gemeten door beide handen over de
sensoren (R), die zich op het stuur
bevinden, te leggen, zoals wordt
getoond in figuur 5
Wanneer u beide handen op de
sensoren heeft gelegd, begint het
hartje, rechts in het scherm van de
monitor, aangeduid door PULSE, te
knipperen en na enkele seconden
verschijnt de waarde van uw hartslag.
Wanneer u uw beide handen niet
correct op de sensoren heeft gelegd,
zoals getoond in figuur 5, functioneert
de hartslagmeting niet.
Wanneer er een “0” in het scherm
verschijnt of het hartje niet knippert,
controleer dan of u uw handen juist op
de sensoren heeft gelegd en of de
connectoren (38) en (26) aangesloten
zijn op de achterkant van het
elektronisch gedeelte.
F. TESTMETING: LICHAMELIJKE
CONDITIE
De elektronische eenheid is uitgerust
met de mogelijkheid het herstel van de
hartslag te meten. Dit heeft het
voordeel dat u het herstel van de
hartslag kunt meten nadat u de
oefening gedaan heeft. Nadat u de
oefening beëindigd heeft en zonder de
handen van de sensoren te nemen,
drukt u op de toets «Test: conditie» en
de elektronische eenheid begint een
minuut terug te tellen. Alleen de
functielijnen Tijd en Hartslag lichten
op. De elektronische eenheid meet
gedurende deze minuut de hartslag.
Het herstel van de hartslag verschijnt
op de hartslag lijn.
Na het verstrijken van deze minuut,
berekent en waardeert de
Summary of Contents for H-6715
Page 2: ......