40
WATT-CONTINU PROGRAMMA.-
Als u na het selecteren van de
manuele modus viermaal op de toets
MODE drukt, zal het wattvenster gaan
knipperen. Door op de toetsen
▲
/
▼
te
drukken, kunt u de te produceren
watts programmeren voor de oefening
(tussen 10-350 Watt).
Het
inspanningsniveau
van
de
oefening zal vanzelf aangepast
worden, gebaseerd op de snelheid en
het aantal geselecteerde watts. Drie
symbolen zullen u helpen met uw
trainingssessies:
▲
– Binnen de operatiemarge geeft
dit aan dat de snelheid te hoog is en u
langzamer moet gaan.
▼
– Binnen de operatiemarge geeft dit
aan dat de snelheid te laag is en u
sneller moet gaan.
------- Dit geeft aan dat de watts die
geproduceerd worden buiten de
operatielimiet vallen (ofwel te hoog,
ofwel te laag), zodat u sneller of
langzamer
moet
gaan
in
overeenstemming
hiermee.
De
monitor zal verschillende malen
piepen om deze status aan te geven.
Als de situatie meer dan drie minuten
aanhoudt, zal de monitor zes piepjes
geven en vervolgens uitgeschakeld
worden, waarbij de watt-waarde
opnieuw op nul ingesteld wordt.
De hartfrequentie programmeren.-
Als u na het selecteren van de
manuele modus vijfmaal op de toets
MODE drukt, zal het pulsvenster gaan
knipperen. Door gebruik te maken
van de toetsen
▲
/
▼
kunt u de
hartfrequentie
van
de
oefening
programmeren (tussen 30-230 bpm).
Selecteer de hartfrequentie en druk op
START/STOP om met de oefening te
beginnen. Als de hartfrequentie gelijk
is aan of hoger dan de doelwaarde,
zal de monitor verschillende malen
piepen
om
de
gebruiker
te
waarschuwen langzamer te fietsen of
het
inspanningsniveau
te
verminderen.
PROGRAMMAFUNCTIE.-
Nadat u uw persoonlijke gegevens
hebt ingevoerd, zullen de LED’s voor
de verschillende programma’s gaan
knipperen op de rechterkant van de
monitor. MANUAL, PROGRAM, USER
en HRC. Gebruik de toetsen
▲
/
▼
om
de functie USER te selecteren en druk
op MODE.
Door op de toetsen
▲
/
▼
te
drukken kunt u een niveau voor de
oefening programmeren (tussen 1-32
niveaus).
Druk op de toetsen
▲
/
▼
om de
programmagrafiek (1-12) te selecteren
die u wilt gebruiken en druk
vervolgens op MODE. Druk op START
/ STOP om met de oefening te
beginnen.
Als u tijd, afstand, calorieën en/of
pulsfrequentie wilt programmeren,
doorloop de volgende procedure:
Zodra het programma geselecteerd is
en voordat u op START/STOP drukt,
drukt u op MODE om de tijd te
programmeren, gebruik makende van
de toetsen
▲
/
▼
. In dit geval zal de tijd
verdeeld worden in zestien fases.
Druk op MODE om de afstand te
programmeren. Druk opnieuw op
MODE
om
de
calorieën
te
programmeren. Druk nog eenmaal op
MODE om de pulsfrequentie te
programmeren.
Druk op START/STOP om met de
oefening te beginnen.
U kunt het inspanningsniveau variëren
gedurende de oefening door te
drukken op de toetsen
▲
/
▼
.