Beta ALP 200, Manual

Page: 395 / 408

4
CONTROLES EN ONDERHOUD
55
NL
INACTIVITEIT
In geval van langdurige inactiviteit van
het voertuig, iedere 15 dagen opladen
met een goede acculader of middels
laadonderhoud.
De accu moet worden bewaard op een
droge plaats, bij een kamertemperatuur van
5-35 °C en buiten het bereik van kinderen.
OPLADEN VAN DE ACCU
De werkzaamheden die verband houden
met het controleren van de acculading en
het opladen of handhaven van de accu,
kunnen uitgevoerd worden door de accu
uit het voertuig te nemen en de negatieve
pool (-) aan te sluiten op een veilige massa
van het voertuig en de positieve pool (+)
op de specifieke connector die in de af-
beelding getoond wordt.
Elektrolyt kan ernstige brandwonden veroorzaken. Bij contact met de huid met veel
water spoelen.
Als er elektrolyt in de ogen terechtkomt, gedurende ten minste 15 minuten met water
spoelen en onmiddellijk medische hulp zoeken. Hoewel het een dichte accu betreft,
zou het kunnen dat er explosieve gassen ontsnappen. Houd vonken of vlammen ver
weg van de accu. Houd opgebruikte accu‘s buiten het bereik van kinderen en gooi
op de correcte wijze weg.
Verwijder niet de bescherming.
Installeer de accu met inachtneming van de polariteiten.
De controle moet uitgevoerd worden met de sleutel voor de inwerkingstelling op
Verifiëren met tester en open circuit (10-12 uur na ingebruikneming) dat de spanning
hoger dan 12,6 V is. Indien deze minder is, raden we herladen aan.
Herlaad de accu door, volgens de apparatuur die u ter beschikking heeft, één van
de volgende twee beschreven handelingen te volgen:
•
constante spanning van 14,4-15 V gedurende ~12 uur, controleer dan de spanning
met een verschil van 10-12 uur na het einde van het opladen, zoals hierboven
beschreven.
•
constante stroom: laad de accu op tot 0,5/0,8 A, totdat de spanning tussen de
polen stabiel is op ~14,5 V.
LET OP:
Hermetische accu; verwijder voor het opladen niet de hermetische sluitingskap
en geen enkele vloeistof toevoegen.