Nr.
Functie
Indicator
Opmerking
1
Weergave van de basisinstellingen.
Weergave instelling gebruik(st)er.
2
Weergave van de basisinstellingen.
3
Weergave van de basisinstellingen.
Alle gebruikersinstellingen worden
naar de standaardinstelling terug-
gezet, terug naar weergave van de
steekkeuze.
&
Toets 1 seconde ingedrukt houden.
Daarna nog op CHANGE drukken.
Beide toetsen samen 1 seconde
ingedrukt houden. (terug naar 1-5)
3. Gebruikersinstellingen aanpassen
4. Zet de gebruikersinstelling terug naar de standaardinstelling
Nr.
Functie
Indicator
Opmerking
1
Op de toets drukken.
Op de toets drukken.
Weergave van de instelbalk.
Weergave instellingen gebruik(st)er.
2
Keuze van de instelling die de
gebruik(st)er wil veranderen.
3
4
Weergave van de instelbalk.
Kies de waarde door op
te drukken, weergave
van de actuele waarde.
Pas de geadviseerde waarde aan.
of
5-a
Weergave instelling gebruik(st)er.
Nieuwe instelling opslaan.
Terug naar de indicator.
Tik verschillende keren op
tot de gewenste
waarde invers wordt afgebeeld.
5-b
Weergave van de instelling die moet
worden veranderd.
Nieuwe instelling afbreken.
Terug naar de indicator.
Op één van de twee toetsen
drukken.
Op de toets drukken.
Op de toets drukken.
(terug naar 3-2)
(terug naar 3-2)
2.3. Einstellen und Bedienen / 2.3. Réglage et utilisation
2.3. Regolazione ed uso / 2.3. Instellen en bedienen
35
2
Herhalingsfunctie
