8 – Koop een aansluitstuk en een aansluitslang die qua type en materiaal voldoen aan de normen
van het land van installatie.
BELANGRIJK!
Het volume van de ruimte waarin de warmtegenerator zal worden gebruikt, moet
minstens 20 m
3
per kW nominaal vermogen bedragen en moet voldoende verlucht worden. Indien u
de INFRÂ op maximaal vermogen wil gebruiken, moet u dus beschikken over een volume van 150
m
3
voor een INFRÂ Classic model, over een volume van 300 m
3
voor een INFRÂ Performant model.
BELANGRIJK!
Ontbloot NOOIT het open uiteinde van het aansluitstuk van de brander en plaats het
ook NOOIT op de grond. Bescherm het met de daartoe voorziene beschermdop (5: Fig.5) voor u
het aansluit. Zo vermijdt u dat er vreemde lichamen binnendringen die de dichtingen kunnen
beschadigen of de gasleiding kunnen verstoppen.
BELANGRIJK! Het is ten strengste verboden WIJZIGINGEN aan te brengen aan het toestel met uit-
zondering van de gevallen die voorzien zijn door de constructeur.
2.4 – Montage van de batterij voor de elektronische ontsteking van de waakvlam:
- Verwijder de regel- / ontstekingsknop (3: Fig.14).
- Schroef de ring die de geperforeerde klok (3: Fig.5) omhooghoudt en die de interne structuur van
de brander (1: Fig.14) bedekt, los en schuif die omlaag.
- Laat de geperforeerde klok en de stalen cilinder voorzichtig zakken.
- Zoek de batterijhouder (2: Fig.14). Schroef het dekseltje los en plaats de potloodbatterij van 1.5V
in de houder. Hou rekening met de polen (Fig.14).
- Monteer vervolgens opnieuw het deksel en alle andere onderdelen die u pas verwijderd hebt.
3 - INWERKINGSTELLING
BELANGRIJK!
Verwijder, indien aanwezig, de beschermfolie van de plastieken onderdelen.
BELANGRIJK!
Controleer, voor u het toestel in werking stelt, of de drukregelaar en/of de overdrukk-
lep van de toevoer en de gebruikte gassoort overeenkomen met de gegevens uit de tabellen 1a en
1b en met de gegevens op het typeplaatje van het toestel en dus in regel zijn met de voorschriften
van het land waarin het toestel wordt gebruikt.
BELANGRIJK!
Hou bij het gebruik van LPG-flessen rekening met de afmetingen van de flessenhou-
der (model NOMAD) (Fig. 13).
GEBRUIK het toestel NOOIT in ruimtes waar er zich brandbaar en/of ontplofbaar stof, gasdam-
pen, vloeibare brandstoffen of ontvlambare materialen bevinden.
BELANGRIJK!
Herhaaldelijk opnieuw ontsteken: om eventuele steekvlammen te wijten aan een
ophoping van gas, te vermijden, moet u ongeveer 1 minuut wachten voor u het toestel opnieuw pro-
beert te ontsteken.
BELANGRIJK!
Monteer ALTIJD de paraboolkap en plaats ALTIJD de gasflesbescherming ( modellen
NOMAD en FIX) voor u het toestel in werking stelt. Waar de brander warmte uitstraalt, mag hij IN
GEEN ENKEL GEVAL volledig of gedeeltelijk worden bedekt. Bedek het toestel NOOIT wanneer het
pas gedoofd werd. Wacht tot het afgekoeld is.
Het is raadzaam het toestel te beschermen tegen stoten, hoge vochtigheid of regen. Plaats het toestel
altijd op een vlakke ondergrond zodat het niet omkantelt (helling < 10%) en op een niet-ontvlamba-
44
B a r b e c o o k I N F R Â