114
Gebruik de machine alleen waar hij voor gemaakt is (zie
“Reglementaire toepassing” en "Werken met de
tuinhakselaar").
Zorg voor een stabiele en uitgebalanceerde houding. Strek
u niet vooruit. Ga bij het inwerpen van het hakselmateriaal
op dezelfde hoogte met het toestel staan.
Let aan hellende plaatsen steeds erop, stabiel te staan.
Beweeg het apparaat alleen gaande, nooit lopend of
rennend.
Wees oplettend. Let op dat, wat u doet. Ga met verstand te
werk. Gebruik het toestel niet, wanneer u moe bent of onder
de invloed van drugs, alcohol of medicamenten staat. Een
moment van onoplettendheid bij het gebruik van het toestel
kan tot ernstige verwondingen leiden.
Draag bij het exploiteren van het apparaat steeds
veiligheidsbril, werkhandschoenen en lawaaibescherming.
Draag bij het exploiteren van het apparaat steeds geschikte
werkkleding:
−
nauw sluitende kleding en geen sieraden dragen, ze
kunnen worden gegrepen door bewegende delen;
−
geen schoenen met gladde zolen dragen;
−
lange broeken ter bescherming van de benen;
−
geen los afhangende kleding of zulke met hangende
banden of koorden.
Werk met het toestel niet blootsvoets of in lichte sandalen.
De bedienende persoon is binnen het arbeidsbereik van de
machine verantwoordelijk ten opzichte van derden.
Kinderen niet met het toestel laten spelen.
Kinderen dienen uit de buurt van het apparaat te worden
gehouden.
Reiniging en onderhoudswerkzaamheden mogen niet door
kinderen worden uitgevoerd.
Zet het toestel nooit aan, terwijl niet betrokken personen, in
het bijzonder kinderen of dieren, in de buurt zijn.
De gebruiker is zelf voor ongelukken of bedreigingen
tegenover andere personen of hun bezit verantwoordelijk.
Laat de machine nooit zonder toezicht.
Zorg dat uw werkomgeving in orde is. Rommel kan
ongevallen veroorzaken.
Neem een werkpositie in, zijdelings of achter het apparaat.
Ga nooit in het bereik van de uitwerpopening staan.
Nooit uw hand in de vul- of uitworpopening steken.
Blijf met uw gezicht en uw lichaam uit de buurt van de
vulopening.
Overbelast de machine niet. U werkt beter en zeker met de
juiste belasting van de machine.
Werk alleen met alle en op de juiste wijze aangebrachte
veiligheidsvoorzieningen en verander aan het toestel niets,
dat de veiligheid zou kunnen belemmeren.
Probeer nooit de vergrendelingsfunctie van de
veiligheidsvoorziening te omzeilen.
Verander de regelaarinstelling van de motor niet; het
toerental regelt de veilige maximum werksnelheid en
beschermt de motor en alle zich draaiende delen tegen
schade door te hoge snelheid. Neem bij problemen contact
op met de klantenservice.
Het apparaat mag niet zonder de vultrechter gebruikt
worden.
Het toestel resp. delen van het toestel niet veranderen.
Bij het inschakelen van de motor moet het apparaat conform
de voorschriften zijn gesloten.
Het toestel niet met water afspatten. (Gevarenbron
elektrische stroom).
Let op de omgevingsinvloeden.
−
Gebruik de machine niet in een vochtige of natte
omgeving.
−
Machine niet in de regen laten staan.
−
Werk niet bij slechte weersomstandigheden (b.v. regen,
gevaar van bliksem).
−
Werk alleen bij toereikend zicht, zorg voor een goede
verlichting.
Om letsel aan vingers te vermijden, bij montage en/of
reiniging werkhandschoenen dragen.
Transporteer het toestel niet bij draaiende motor.
Schakel de machine uit en neem de stekker uit het
stopcontact en waarborg, dat alle
beweeglijke componenten volledig stil
staan, vóór
:
−
aanbrengen en verwijderen van de opvangzak
−
onderhouds- en reinigingswerkzaamheden
−
bij storingen
−
controle van de aansluitleiding gedurende het bedrijf, of
deze verstrengeld of beschadigd is
−
transport
−
reparatiewerkzaamheden
−
het verlaten van de machine (ook voor een korte tijd)
Bij verstoppingen in de ingooi en uitwerp van de machine
schakel de motor uit en neem de netsteker uit het
stopcontact, alvorens u materiaalresten in de ingooi of
uitwerp verwijdert.
Raak geen zich bewegende gevaarlijke delen aan, alvorens
de machine van de stroomaansluiting werd gescheiden en
de beweeglijke delen volledig tot stilstand zijn gekomen.
Wanneer de aansluit- of verlengleiding gedurende het
gebruik wordt beschadigd, moet deze onmiddellijk van het
voedingsnet worden gescheiden. Raak de leiding niet aan,
alvorens ze van het net is gescheiden. Maak geen gebruik
van de machine, wanneer de leiding beschadigd of versleten
is.
Onderzoek de machine op eventuele beschadigingen.
−
Voordat de machine verder wordt gebruikt, moet
zorgvuldig worden onderzocht of de
beschermingsvoorzieningen en licht beschadigde
onderdelen foutloos en volgens de voorschriften
functioneren.
−
Controleer of alle bewegende delen van de machine
goed functioneren en niet klemmen of beschadigd zijn.
Alle delen moeten juist gemonteerd zijn en goed
functioneren om de machine correct te laten werken.
−
Beschadigde bescherminrichtingen en -delen moeten,
indien noodzakelijk, door een erkende
reparatiewerkplaats gerepareerd of verwisseld worden.
−
Beschadigde of onleesbare veiligheidsstickers dienen te
worden vervangen.
Bewaar de machine in een droge en afgesloten ruimte,
buiten het bereik van kinderen.
Sla de motor daar op, waar benzinedampen niet met open
vlam of vonken in aanraking komen. Laat de machine voor
opslag steeds afkoelen.
Onderhoud de machine met zorgvuldigheid en houd ze
schoon.
Summary of Contents for ALA 2500
Page 183: ...183 ...