
NL 21
DE STOOMSTAND GEBRUIKEN
Stoomstand
1
Vul het waterreservoir tot de markering
‘max’ en plaats het terug. Zet daarna het
gerecht in de oven.
2
Draai
de
standkeuzeknop
naar de
stoomstand. Draai de
functiekeuzeknop
om het gewenste stoomniveau
(hoog, gemiddeld, laag) in te stellen.
3
Wijzig eventueel de bereidingstijd, de
uitgestelde starttijd of de temperatuur
(indien beschikbaar). Zie pagina 17.
4
Druk
op
Volgende/Start
. De
combistoomoven begint.
Als tijdens de bereiding het water in het reservoir opraakt,
verschijnt er een symbool op het display en klinkt er een piep.
Vul het waterreservoir bij en wacht 5 seconden voordat u
verdergaat met stomen.
•
U kunt gedurende het hele bereidingsproces water bijvullen.
Opmerking
1)
Tijdens de bereiding kunt u de bereidingstijd en de temperatuur aanpassen.
2)
Als de stoomstand wordt gebruikt, wordt de werking van de elementen boven-en onderin
regelmatig onderbroken om de temperatuur te reguleren.
3)
Pas op wanneer u de plaat uit de oven haalt. Deze is heet. Zet de deur eerst op een kier om de
hete stoom te laten ontsnappen. Houd ook rekening met de stoomopeningen.
4)
Verwijder het waterreservoir na het bereiden van gerechten voorzichtig uit het apparaat en leeg
het reservoir.
5)
Droog de ovenruimte met een droge doek als er vocht is achtergebleven.
6)
Na het stomen werken de ventilator (10 minuten) en de pomp (10 seconden) nog door. Dit is normaal.