15
NL
Gebruiksaanwijzing
(Vertaling van de originele instructies)
Lees de gebruiksaanwijzingen vóór gebruik aandachtig door en neem de
volgende waarschuwingen in acht. Raadpleeg deze handleiding in geval
van twijfels over de werking.
Bewaar alle documentatie zodat iedereen die de compressor gebruikt,
deze documentatie van te voren kan raadplegen.
1. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
Dit symbool geeft de waarschuwingen aan die aandachtig gelezen
moeten worden alvorens het product te gebruiken, teneinde moge-
lijk letsel van de gebruiker te voorkomen.
Perslucht is een potentieel gevaarlijke vorm van energie. Het is dan
ook nodig om extreme voorzichtigheid te betrachten bij het gebruik
van de compressor en de accessoires.
Attentie: de compressor kan in geval van spqnning uitval en daarop-
volgend herstel van de spanning weer van start gaan.
WAAR U OP MOET LETTEN
•
De compressor moet in geschikte omgevingen worden gebruikt (goed
geventileerd, omgevingstempe5°C tot +40°C) en nooit bij aan-
wezigheid van stof, zuren, dampen, explosieve of ontvlambare gassen.
•
Houd altijd een veiligheidsafstand van minstens 4 meter tussen de com-
pressor en het werkgebied aan.
•
Eventuele verkleuringen die verschijnen op de riembeschermers van de
compressor tijdens lakspuiten, wijzen op een te geringe afstand.
•
Steek de stekker van de stroomkabel in een qua vorm, spanning en fre-
quentie geschikt stopcontact dat voldoet aan de geldende voorschriften.
•
Gebruik voor de stroomkabel verlengsnoeren met een lengte van hoog-
stens 5 meter en met een kabeldoorsnede van niet minder dan 2,5 mm².
•
Men raadt het gebruik van verlengsnoeren met een andere lengte, als-
mede adapters en meervoudige stekkerdozen af.
•
Gebruik uitsluitend de AAN/UIT-schakelaar om de compressor uit te
schakelen.
•
Gebruik uitsluitend de handgreep om de compressor te verplaatsen.
•
De werkende compressor moet op een stabiele, horizontale ondergrond.
WAT U NIET MAG DOEN
•
Richt de luchtstroom nooit op mensen, dieren of op het eigen lichaam
(Gebruik een beschermbril om de ogen tegen vreemde voorwerpend ie
door de luchtstroom worden verplaatst te beschermen).
•
Richt vloeistoffen die door op de compressor aangesloten gereedschap-
pen worden gespoten nooit op de compressor zelf.
•
Gebruik het apparaat nooit met blote voeten of vochtige handen of
voeten.
•
Trek nooit aan de stroomkabel om de stekker uit het stopcontact te trek-
ken of om de compressor te verplaatsen.
•
Gebruik de compressor niet buitenshuis.
•
Vervoer de compressor niet met de ketel onder druk.
•
Voer op de ketel geen lassen of mechanische bewerkingen uit. In geval
van defecten of corrosie moet de ketel vervangen worden.
•
Zorg ervoor dat de compressor niet door onervaren personeel wordt ge-
bruikt. Houd kinderen en dieren uit de buurt van het werkgebied.
•
Het apparaat is niet bestemd om gebruikt te worden door personen (in-
clusief kinderen) wiens lichamelijk, sensoriële of mentale vermogen ver-
minderd is of die geen ervaring of kennis hebben van het apparaat, tenzij
zij geholpen worden door een persoon die over hun veiligheid waakt en
voor toezicht zorgt of instructies geeft over het gebruik van het apparaat.
•
Kinderen moeten onder toezicht staan om ervoor te zorgen dat ze niet
met het apparaat spelen.
•
Plaats geen ontvlambare voorwerpen of voorwerpen van nylon of stof in
de buurt en/of op de compressor.
•
Reinig de machine niet met ontvlambare vloeistoffen of oplosmiddelen.
Gebruik uitsluitend een vochtige doek en controleer of de stekker uit het
stopcontact is verwijderd.
•
Het gebruik van de compressor is strikt beperkt tot de compressie van
lucht. Gebruik de compressor niet voor andere gassoorten.
•
De door het apparaat geproduceerde perslucht is zonder speciale behan-
delingen niet bruikbaar voor toepassingen op farmaceutisch, voedingsof
gezondheidsgebied en mag niet gebruikt worden voor het vullen van
zuurstofflessen voor duikers.
•
Besteed aandacht aan de werkzaamheden die worden uitgevoerd. Ge-
bruik uw gezond verstand. Ga nooit op de compressor staan. Laat de
compressor nooit onbewaakt werken.
WAT U MOET WETEN
•
Alle compressoren zijn voorzien van een veiligheidsventiel die ingrijpt in
geval van onregelmatige werking van de pressostaat, zodat de veiligheid
van de machine is gegarandeerd. Het veiligheidsventiel voorkomt een te
hoge druk in het luchtreservoir. Dit ventiel wordt in de fabriek afgesteld
en slaat open bij een te hoge druk bereikt in het luchtreservoir. Tracht
niet deze veiligheidsinrichting te verstellen of te elimineren. Elke aan-
passing van dit ventiel kan ernstig letsel veroorzaken. Raadpleeg een
bevoegd servicecentrum als het nodig is de inrichting te controleren of
onderhoudswerkzaamheden erop uit te voeren.
•
Tijdens het aansluiten van een pneumatisch gereedschap op een luchts-
lang met perslucht die door de compressor wordt geleverd, moet de
luchtstroom die uit deze luchtslang komt absoluut afgesloten zijn.
•
Het gebruik van perslucht voor de verschillende toepassingen die mo-
gelijk zijn (opblazen, pneumatische gereedschappen, lakspuiten, wassen
met reinigingsmiddelen uitsluitend op waterbasis enz.) veronderstelt
kennis en inachtneming van de voorschriften die voor de afzonderlijke
gevallen gelden.
•
Controleer of het luchtgebruik en de maximale bedrijfsdruk van het te
gebruiken luchtdrukgereedschap en verbindingsleidingen (met de com-
pressor) geschikt zijn voor de op de drukregelaar ingestelde druk en met
de hoeveelheid door de compressor geleverde lucht.
•
Sluit de luchtinlaatopeningen van de compressor niet af.
•
Probeer de compressor niet te openen of zelfstandig te repareren. Wendt
u zich hiervoor tot een erkend servicecentrum.
•
De prestaties van de compressor worden gegarandeerd voor een wer-
king tussen 0 en 1000 meter boven zeeniveau.
2. MONTAGE
Voor ingebruikneming het apparaat zeker volledig monteren!
MONTAGE VAN DE WIELEN
De bijgaande wielen dienen te worden gemonteerd zoals getoond in fig. 2
of 3, afhankelijk van het compressormodel
MONTAGE VAN HET STEUNVOETJE
(ref. 4)
Monteer het steunvoetje zoals afgebeeld wordt in Fig. 4.
MONTAGE VAN DE TRANSPORTGREEP
(geldig voor model LMO 50-270)
De transportgreep op de compressor vastschroeven zoals getoond in fig. 5.
LUCHTINLAATFILTER
Bevestig het luchtinlaatfilter op de compressor zoals weergegeven op af-
beelding nummer 6a - 6b
COMPONENTEN (fig. 1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9)
1
Beschermkap
10 Veiligheidsklep
2
Drukvat
11
Aflaatplug voor condenswater
3 Wiel
12
Manometer (keteldruk kan
worden afgelezen)
4
Steunvoetje
13
As
5 Snelkoppeling
(geregelde perslucht)
14
Dop
6 Manometer (ingestelde druk kan
worden afgelezen)
15 Bout
7 Drukregelaar
16 Blokje
8 AAN/UIT-schakelaar
17 Leertje
9
Transportgreep
18 Luchtinlaatfilter
3. STARTEN EN GEBRUIK
•
Controleer de gegevens op de typeplaat van de compressor met de wer-
kelijke gegevens van de elektrische installatie; er wordt een spannings-
variatie van +/- 10% ten opzichte van de nominale waarde toegestaan.
•
Steek de stekker van het snoer in het stopcontact en controleer dat
de aan/ uitschakelaar die zich in de compressor bevindt in de UIT «O»
-stand staat.
•
Nu is de compressor klaar voor gebruik.
•
D.m.v. de aan/uitschakelaar kunt u de compressor aanzetten, lucht in de