Onderhoud en reiniging
106 |
NL
De sirene moet een keer per jaar worden gecontroleerd. Bij elke inspectie:
•
Controleer de sirene op zichtbare tekenen van schade aan de behuizing of de
frontafdekking.
•
Controleer de werking van de behuizingssabotageschakelaar en de
wandsabotageschakelaar (wandaftrekcontact)
•
Controleer de toestand van de batterijen
•
Controleer de bekabeling op tekenen van schade of slijtage
•
Reinig de sirene
•
Controleer de signaalsterkte
•
Controleer de laadtoestand van de batterijen
•
Vervang de batterijen zoals in de aanwijzingen van de fabrikant wordt aangegeven
•
Test de sirene
•
Test de communicatie.
•
De EN 50131-7 "Alarmsystemen - Inbraak- en overvalalarminstallaties - Deel 7:
Gebruiksregels" moet bovendien in acht worden genomen.
Er zijn geen controles van eender welke kalibraties of adaptaties vereist.
Onderhoud en reiniging door gebruiker
•
Reinig de buitenkant van de sirene.
•
De gebruiker hoeft verder geen onderhoudswerkzaamheden uit te voeren.
•
De gebruiker kan de sirene testen via het gebruikersmenu van de centrale.