Functies, brugschakelingen en indicaties
104 |
NL
Storings- en sabotagebeveiliging
De sirene bewaakt storings- en sabotagetoestanden continu en meldt alle gebeurtenissen aan
de centrale. Het volgende wordt bewaakt:
•
Sabotagecontact:
Het sabotagecontact van de sirene wordt continu bewaakt. De sirene activeert in geval van
sabotage ook automatisch.
•
Batterijspanning:
De sirene bewaakt de batterijspanning onder belastingscondities, meldt storingen aan de
centrale als de resterende levensduur van de batterij nog ca. een maand bedraagt.
•
Supervisie
De sirene zendt continu supervisiemeldingen naar de centrale
•
Jamming/Interferentie:
Wordt op "Jam Det" een brug aangesloten, dan is de jamming-bewaking geactiveerd en de
sirene bewaakt pogingen tot interferentie van het draadloze signaal. (zie omschrijving bij
Jam Det
). Wordt jamming herkend, wordt de melding "Jamming of interferentie" naar de
centrale gezonden.
Gevaar
De sirene is zo ontworpen dat wijzigingen die minimaal 400 ms duren worden
herkend (EN50131-1 hoofdstuk 8.9.1 en EN50131-3 hoofdstuk 8.9 en bijlage B).
Inbraak-, overval- of sabotagesignalen moeten minimaal 400 ms duren.
De sirene is zo ontworpen dat wijzigingen van storingstoestanden (storingssignalen)
die minimaal 10 ms duren worden herkend (EN50131-1 hoofdstuk 8.9.1 en
EN50131-3 hoofdstuk 8.9 en bijlage B).
Tijdscondities
De sirene is zo ontworpen dat wijzigingen die minimaal 400 ms duren worden herkend (EN50131-
1 hoofdstuk 8.9.1 en EN50131-3 hoofdstuk 8.9 en bijlage B).
Inbraak-, overval- of sabotagesignalen moeten minimaal 400 ms duren.
De sirene is zo ontworpen dat wijzigingen van storingstoestanden (storingssignalen) die
minimaal 10 ms duren worden herkend (EN50131-1 hoofdstuk 8.9.1 en EN50131-3 hoofdstuk 8.9
en bijlage B).
Fabrieksinstelling
Als de sirene nog een keer in de centrale wordt geprogrammeerd, worden alle vorige koppelingen
verworpen. In feite wordt de sirene gereset op de fabrieksinstellingen.