NEDERLANDS
57
YOUNGSTER 3
Heupgordel
OPGELET:
Controleer alvorens de rolstoel te gebruiken of de
heupgordel is vastgemaakt.
De heupgordel moet dagelijks worden gecontroleerd op
slijtage. Tevens moet worden gecontroleerd of de gordel
nergens gehinderd wordt.
Controleer voor gebruik altijd of de heupgordel op de
juiste wijze is bevestigd en op maat is gemaakt. Wanneer
een gordel te los bevestigd is, kan de gebruiker naar
beneden wegzakken. Hierdoor ontstaat een risico op
verstikking of ernstig letsel.
De heupgordel dient aan de rolstoel bevestigd te zijn
zoals getoond op de afbeeldingen. De gordel bestaat uit
twee delen. Ze worden bevestigd d.m.v. de aanwezige
schroef, die door het ringetje van de gordel wordt
gestoken. De gordel wordt onder de achterzijde van het
zijpaneel geleid. (Fig. 4.21)
Pas de gordel zodanig aan dat de sluiting zich in het
midden van de stoel bevindt. (Fig. 4.22)
De heupgordel wordt als volgt aangepast aan de
wensen van de gebruiker:
Om de lengte van de
gordel te verkleinen
Haal vervolgens het
niet-gebruikte deel
van de gordel door de
gesp
en geleiders.
Controleer of de gor-
del niet
om de sluiting is
gedraaid.
Om de gordel langer te maken, haalt u het
niet-gebruikte deel van
de gordel door de geleiders en gesp.
Om de lengte van de gordel te vergroten:
Controleer na het vastmaken de ruimte tussen de gordel
en de gebruiker.
Als men een vlakke hand tussen de gordel en het
lichaam van de gebruiker kan steken (niet meer en niet
minder), is de gordel correct aangemeten. (Fig. 4.23)
De heupgordel moet zodanig bevestigd worden dat
hij in een hoek van 45 graden over het bekken van de
gebruiker valt. Bij het op maat maken dient de gebruiker
rechtop en zo ver mogelijk naar achteren te zitten. De
heupgordel moet voorkomen dat de gebruiker uit de
rolstoel glijdt. (Fig. 4.24)
Fig. 4.22
Fig. 4.21
Fig. 4.24
Fig. 4.23