NEDERLANDS
52
YOUNGSTER 3
Übersicht
Remmen
Trommelremmen (Fig. 4.4).
Trommelremmen helpen een begeleider om veilig en
goed te remmen. U kunt die ook gebruiken met behulp
van een vergrendelingshendel (1) om te voorkomen dat
u wegrolt. U moet de hendel in zijn plaats horen klikken.
De prestaties van de trommelremmen zijn niet afhankelijk
van de luchtdruk in de banden. U kunt uw rolstoel niet
verplaatsen wanneer de trommelremmen ingeschakeld
zijn.
OPGELET:
U mag de trommelremmen alleen door erkende dealers
laten aanpassen.
Safari wielvergrendeling (Fig. 4.5)
Safari wielvergrendeling (wielvergrendeling geïntegreerd
in zijbescherming):
Om de Safari wielvergrendeling in werking te stellen,
duwt u de hendel voorwaarts (weg van het lichaam van
de rolstoelgebruiker).
Om de remmen te ontkoppelen, trekt u de hendel terug,
richting het lichaam (Fig. 4.5).
Voetenplaten (Fig. 4.6)
Er zijn twee soorten voetplaten: platform of verdeeld.
Ze kunnen naar boven geklapt worden om in en uit uw
rolstoel te komen.
Lengte van het onderbeen
Door de instelschroeven te verwijderen (1) kan de
voetsteun aangepast worden tot elke gewenste
onderbeenlengte. Verwijder instelschroeven, zet
instelbuis met voetsteun in de gewenste positie en steek
de instelschroeven er opnieuw in en draai ze aan (zie
de pagina over torsie). Zorg ervoor dat de composiet
voetplaat op de juiste positie vergrendeld. Er moet altijd
2,5 cm ruimte boven de grond worden aangehouden.
Footplates
Fig. 4.4
1
Fig. 4.5
Fig. 4.6
1
Lichtgewicht voetsteun (Fig. 4.7)
De hoek van de voetplaat kan worden aangepast door de
schroeven (2) los te draaien. De beschermingspanelen
voor de zijkant kunnen via de gaatjes (3) aan de voet-
plaat worden bevestigd. Hierdoor wordt voorkomen dat
de voeten per ongeluk van de voetsteunen glijden (Fig
4.8). Controleer na aanpassingen altijd of alle schroeven
correct zijn aangedraaid (zie ook de pagina betreffende
draaikracht/torque).
Breedte-instelling
Om de breedte van de voetplaat in te stellen, draait u
de schroef (2) los. Hierna kunt u de buizen in de houder
verstellen om de breedte van de voetplaat aan te passen
(Fig. 4.7).
Controleer of alle schroeven met de juiste torque zijn
aangedraaid.
Fig. 4.7
2
2
3
3
Wielvergrendeling door begeleider
Met de begeleidersremmen wordt de Safari rem gecom-
bineerd met een extra remhendel, die bediend wordt door
een begeleidende persoon.
Deze hendel wordt gemonteerd op de duwhendel (Fig.
4.4) en vergrendelt de Safari rem als dit nodig is.