NEDERLANDS
55
YOUNGSTER 3
Hoekverstelbare rugleuningen (Fig. 4.17)
De rugleuning kan aangepast worden naar 5
verschillende posities (3° naar voren, 0°, 5°, 10° en 15°
naar achteren).
Aan de achterkant van de zijkant (2) bevindt zich de
mogelijkheid om de hoek in te stellen door de schroeven
te verwijderen (1) (zie de pagina over torsie).
OPGELET:
De schroeven (1) sluiten de rugleuning op het frame aan,
wanneer deze te strak aangedraaid worden kunnen de
schroeven breken. Aan de andere kant kunnen te los
aangedraaide schroeven kwijtraken. In beide gevallen
kan letsel het gevolg zijn, wanneer men de duwhendels
gebruikt om de trap op te gaan.
Voor uw eigen veiligheid raden we aan, dat
aanpassingen alleen doorgevoerd worden door
gemachtigde leveranciers.
Camber
Rugleuningen:
Camber (Fig. 4.15 / 4.16)
De camber kan ingesteld worden tussen 1° en 4°. Dit
maakt het mogelijk om de laterale stabiliteit als ook
de manoeuvreerbaarheid te verhogen. Verwijder de
schroeven van de asplaat (1). Pas de adapter (2) aan
op de gewenste hoek. Draai de schroeven aan. (zie
de pagina over torque sleutel). Als men de camber
verhoogt wordt ook de algemene breedte van de rolstoel
vermeerderd (met ongeveer 1 cm per graad).
OPGELET:
Het is misschien nodig om zowel de remmen als de
voorwielen opnieuw aan te passen.
Asplaat (Fig. 4.14)
De positie van het zwaartepunt van het lichaam met betrekking
tot de achterwielen is cruciaal voor het zorgen voor een
makkelijk en plezierig gebruik van de rolstoel. Wanneer men
de asplaat (1) naar achteren verplaatst langs de openingen
die in het frame geboord zijn (2), zijn er verschillende posities
mogelijk, dit zal de rolstoel stabieler maken. Echter zal deze
niet meer zo manoeuvreerbaar zijn als wanneer de asplaat
verder naar voren zou zijn gezet. U kunt de hoogte van de
zitting aanpassen door de as (3) in de asplaat omhoog of
omlaag verplaatsen. Als u klaar bent, moet u controleren of alle
schroeven stevig aangedraaid zijn (zie de pagina over torque
sleutel).
OPGELET:
Het is misschien nodig om zowel de remmen als de voorwielen
opnieuw aan te passen.
Asplaat
Fig. 4.14
2
1
3
Fig. 4.16
Fig. 4.15
1
2
Fig. 4.17
1
2