78
Nl
DIT TOESTEL AANPASSEN AAN UW VOORKEUREN (MANUAL SETUP)
Ingangsmenu
3 INPUT MENU
Via dit menu kunt u met de hand de in- en uitgangsaansluitingen toewijzen aan andere apparatuur, de ingangsfunctie
wijzigen of een signaalbron een andere naam geven.
Optiemenu
4 OPTION MENU
Via dit menu kunt u met de hand de optionele systeeminstellingen wijzigen.
■
Signaalinformatie
SIGNAL INFO
Met deze functie kunt u informatie over het audiosignaal controleren (zie bladzijde 42).
Parameter
Kenmerken
Bladzijde
A)I/O ASSIGNMENT
Toewijzen van in- en uitgangsaansluitingen van dit toestel aan de daarmee verbonden
componenten.
B)INPUT RENAME
Hiermee kunt u een signaalbron een andere naam geven.
C)VOLUME TRIM
Instellen van het uitgangsniveau van elke aansluiting.
D)DECODER MODE
Selecteren van de ingangsfunctie voor de signaalbronnen die zijn aangesloten op de DIGITAL
INPUT aansluitingen op het achterpaneel van dit toestel.
E)MULTI CH SET
Instellen waar de signalen voor de midden-, subwoofer- en surroundkanalen voor de
broncomponent die is aangesloten op de MULTI CH INPUT aansluitingen naartoe moeten.
Parameter
Kenmerken
Bladzijde
A)DISPLAY SET
Instellen van de helderheid van het display en het omzetten van videosignalen.
B)MEMORY GUARD
Vergrendelen van instellingen voor de geluidsveldprogramma’s en andere “SET MENU”
instellingen.
C)AUDIO SELECT
Initialiseren van de instellingen voor een groep geluidsveldprogramma’s.
D)DECODER MODE
Kiezen of u de instellingen wilt initialiseren of eerder gemaakte instellingen wilt oproepen
voor de ingangsfunctie die geselecteerd is in het INPUT MENU.
E)PARAM.INI
Initialiseren van de instellingen voor een groep geluidsveldprogramma’s.
F)ZONE SET
Aanpassen van de Zone 2 en Zone 3 parameters.
G)DOCK SET
Instellen of dit toestel de batterij (accu) van de aangesloten iPod op moet laden of niet terwijl
dit toestel zelf uit (standby) staat.