CVP-305/303/301 Gebruikershandleiding
180
Uw instrument gebruiken met
andere appar
aten
Uw instrument gebruiken met andere apparaten
1
De hoofdtelefoon
gebruiken ([PHONES]-
aansluitingen)
Sluit een hoofdtelefoon aan op één van de [PHONES]-
aansluitingen (standaardaansluiting voor hoofdtelefoons
van 6,3 mm) die zich aan de linkerkant van het
instrument bevinden. Zie pagina 17 voor details.
2
Een microfoon of gitaar
aansluiten (aansluiting [MIC./
LINE IN]) (CVP-305/303)
Door een microfoon aan te sluiten op de aansluiting
[MIC./LINE IN] (standaardaansluiting voor hoofdtelefoons
van 6,3 mm) die zich links aan de onderkant van het
instrument bevindt, kunt u meezingen met de afge-
speelde song (Karaoke) of met uw eigen spel. Het instru-
ment voert uw zangpartijen of gitaargeluiden uit naar de
ingebouwde luidsprekers. Zie pagina 52 voor instructies
voor het aansluiten. Let alstublieft op het volgende: als er
apparaten worden aangesloten met een hoog uitgangs-
niveau, zet dan de schakelaar [MIC. LINE] op 'LINE'.
345
Audio- en videoappara-
ten aansluiten
Gebruik audiokabels en -pluggen zonder impedantiewaarde.
3
Externe audioapparaten gebruiken
voor het afspelen en opnemen
([AUX OUT]-aansluitingen, [AUX OUT
(LEVEL FIXED)]-aansluitingen,
[OPTICAL OUT]-aansluiting)
Op deze steekpluggen kunt u een stereo-installatie
aansluiten om het geluid van het instrument te
versterken, of een cassetterecorder of digitaal
audioapparaat om uw spel mee op te nemen. Het
microfoon- of gitaargeluid dat wordt aangesloten op de
aansluiting [MIC./LINE IN] van het instrument (CVP-
305/303), wordt tegelijk uitgevoerd. Zie de schema's
verderop en gebruik audiokabels om de aansluitingen
te maken. Deze aansluitingen bevinden zich op het
aansluitpaneel aan de onderkant van het instrument.
[AUX OUT]-aansluitingen
(Standaardaansluiting voor hoofdtelefoons voor
[L/L+R] en [R])
Als deze zijn aangesloten kunt u de regelaar [MASTER
VOLUME] van het instrument gebruiken om het volume
aan te passen van het geluid dat naar het externe
apparaat wordt gestuurd. Sluit de AUX OUT [L/L+R]/
[R]-aansluitingen van het instrument aan op de
ingangsaansluitingen van een set luidsprekers met eigen
voeding en gebruik hiervoor geschikte audiokabels.
Gebruik alleen de [L/L+R]-aansluiting voor het
aansluiten van een monoapparaat.
3
9
9
9
8
6
5
4
3
78
6
78
4
3
CVP-303/CVP-301
CVP-305
LET OP
Zet alle componenten uit, voordat u het instrument
aansluit op andere elektronische componenten. Zorg er
tevens voor dat u alle volumeniveaus op het minimum
instelt, voordat u componenten aan- of uitzet. Anders
kunt u een elektrische schok krijgen of kunnen de
componenten beschadigd raken.
MIN
MAX
INPUT
MIC.
MIC. LINE
PHONES
VOLUME
LINE IN
2
1
1
CVP-305/303
CVP-301
OPMERKING
LET OP
Als het geluid van het instrument wordt uitgevoerd naar een
extern apparaat, zet dan eerst het instrument aan en
vervolgens het externe apparaat. Draai deze volgorde om als
u de apparatuur uitzet.
Koppel het uitgangssignaal van de [AUX OUT] [AUX OUT
(LEVEL FIXED)]-aansluitingen niet door naar de [AUX IN]-
aansluitingen. Als u dit wel zou doen, wordt het ingevoerde
signaal bij de [AUX IN]-aansluitingen uitgevoerd via de [AUX
OUT (LEVEL FIXED)]-aansluitingen. Zulke aansluitingen
kunnen resulteren in een terugkoppeling (rondzingen), wat
normaal spelen onmogelijk maakt en zelfs zou kunnen leiden
tot beschadiging van beide apparaten.
R
L
R
L/L+R
AUX OUT
(LEVEL FIXED)
Instrument
Luidsprekers met eigen voeding
Audiokabel
Ingangs-
aansluiting
Aansluiting
voor hoofd-
telefoon
(standaard)
Aansluiting voor
hoofdtelefoon (standaard)