Songs gebruiken, cre
ëren en bewerken
Onder andere de volumebalans en voicecombinatie aanpassen (MIXING CONSOLE)
CVP-305/303/301 Gebruikershandleiding
130
Onder andere de volumebalans en
voicecombinatie aanpassen (MIXING
CONSOLE)
De parameters die betrekking hebben op het mixen kunnen worden ingesteld. Zie
de sectie 'Aanpasbare items (parameters) in de display MIXING CONSOLE' op
pagina 82. Roep de display 'SONG CH 1–8' of 'SONG CH 9–16' op in stap 3 van
de basisprocedure in 'De volumebalans en voicecombinatie (MIXING CONSOLE)
bewerken' op pagina 80. Hierna volgen twee gebruiksvoorbeelden.
De volumebalans van elk kanaal aanpassen
1
Selecteer een song (pagina 34).
2
Druk op de knop [MIXING CONSOLE] om de display MIXING
CONSOLE op te roepen.
3
Selecteer de tab [VOL/VOICE] door te drukken op de knoppen
TAB [
√
][
®
].
4
Druk herhaaldelijk op de knop [MIXING CONSOLE] om de display van
'SONG CH 1–8' of 'SONG CH 9–16' op te roepen.
5
Druk op de knop [J] om het 'VOLUME' te selecteren.
6
Pas de volumebalans van elk kanaal aan met de knoppen [1
π
π
π
π†
†
†
†
]–
[8
π
π
π
π†
†
†
†
].
7
U kunt de volume-instellingen opslaan naar de song tijdens de Setup-
handeling van SETUP (pagina 152).
Zorg dat er een vinkje is geplaatst bij het item 'VOICE' in stap 2 van de
Setup-procedure.
Songdata automatisch inlezen bij het plaatsen van een
SmartMedia-kaart
U kunt het instrument automatisch de eerste song laten oproepen
(wanneer deze geen deel uitmaakt van een map) op een SmartMedia-
kaart, zodra de kaart wordt geplaatst in de kaartsleuf. Dezelfde procedure
geldt voor andere externe opslagapparaten.
1
Roep de bedieningsdisplay op.
[FUNCTION]
→
[I] UTILITY
→
TAB [
√
]/[
®
] MEDIA
2
Druk op de knop [3
π
π
π
π
]/[4
π
π
π
π
] (SONG AUTO OPEN) voor de
instelling 'ON'.
Over de displays [SONG
CH 1–8]/[SONG CH 9–16]
Een song bestaat uit 16
afzonderlijke kanalen. Voor
elk van de 16 kanalen kunnen
afzonderlijke instellingen
worden gekozen in de display
MIXING CONSOLE. U kunt
de parameters respectievelijk
aanpassen in de display SONG
CH 1–8 of SONG CH 9–16.
Gewoonlijk wordt CH 1
toegewezen aan de knop
[TRACK 1], CH 2 aan de
knop [TRACK 2] en CH 3–16
respectievelijk aan de
[EXTRA TRACKS]-knoppen.