25
NL
3. Vul de waterkoker met minstens 0,5 liter water (het „min“ teken) om het risico
op droogkoken tijdens de werking te vermijden.
4. Vul de waterkoker met maximum 1,7 liter water (het “max” teken).
5. De waterkoker is uitgerust met een automatische beveiligingsschakelaar om het
apparaat tegen oververhitting te beschermen. Deze treedt in werking wanneer
de waterkoker wordt ingeschakeld terwijl er zich onvoldoende water in het
apparaat bevindt. Zorg dat het water in de waterkoker zich boven het minimum
teken, dat op de waterpeil-aanduiding is vermeld, bevindt. Als de automatische
beveiligingsschakelaar in werking is getreden, schakel de waterkoker uit, haal
de stekker uit het stopcontact en laat het apparaat gedurende 5 tot 10 minuten
afkoelen. Vul het apparaat opnieuw met water, schakel het in en de waterkoker
werkt opnieuw normaal.
6. Plaats het voetstuk op een droog en stabiel oppervlak. Plaats de waterkoker op
het voetstuk.
7. Sluit het snoer op het voetstuk aan. De elektrische aansluiting komt
automatisch tot stand zodra de waterkoker op het voetstuk is geschoven.
8. Steek de stekker in een geaard stopcontact en schakel de waterkoker in door
de schakelaar naar de positie “on” (aan) te duwen.
9. De waterkoker wordt automatisch uitgeschakeld zodra het water kookt. Laat de
waterkoker gedurende 15-20 seconden afkoelen voordat u het water opnieuw
aan de kook brengt door de schakelaar opnieuw naar de positie “on” (aan)
te duwen. Tijdens deze afkoelperiode, probeer niet om de aan/uit-schakelaar
naar de positie “on” (aan) te brengen, dit kan het bedieningsmechanisme
beschadigen.
OPMERKING:
• Schakel de waterkoker eerst uit voordat u deze van het voetstuk verwijdert.
• U kunt de waterkoker op elk moment handmatig uitschakelen door de aan/uit-
schakelaar op de positie „off“ (uit) in te stellen.
• Zorg dat de schakelaar vrij van obstakels is en dat het deksel stevig gesloten is.
De waterkoker wordt niet uitgeschakeld als de schakelaar wordt belemmerd of
als het deksel open is.
REINIGING EN ONDERHOUD
OPGELET:
• Maak het apparaat nooit schoon met schuur- of oplosmiddelen, metalen of
scherpe voorwerpen. Oplosmiddelen zijn schadelijk voor de gezondheid en
kunnen de plastic onderdelen beschadigen. Schuurmiddelen en gereedschap
kunnen krassen op het oppervlak achterlaten.
• Dompel de waterkoker, het snoer of voetstuk nooit in water en zorg dat deze
onderdelen niet met vocht in aanraking komen.
REINIGING
1. Voordat u de waterkoker reinigt, haal de stekker uit het stopcontact en wacht
totdat de waterkoker is afgekoeld.
2. Maak de waterkoker schoon met een vochtige doek.
De filter reinigen
1. Leeg de waterkoker en laat het afkoelen.
2. Richt de tuit naar u toe en u ziet twee lipjes op de behuizing. Druk de lipjes
lichtjes samen en verwijder de filter.
3. Spoel de filter onder warm water schoon en verwijder onzuiverheden met een
borstel.
4. Om de filter te bevestigen, zet de onderkant van de filter vast in de flens van de
tuit en duw de filter vervolgens naar de tuit toe. De lipjes aan de bovenkant van
de filter worden in de wand van de behuizing vastgezet.
Содержание 4895091389914
Страница 27: ......