230
NL
III.
Instellingen
1.
Banden
Controleer de bandenspanning regelmatig. Rijden met banden die
onvoldoende of teveel zijn opgepompt kan de prestaties beïnvloeden,
voortijdige slijtage veroorzaken, de accuduur verminderen of het risico
op ongevallen vergroten.
Als er zware slijtage of een inkeping zichtbaar is op een van de banden,
vervang deze dan voordat u de fiets gebruikt. De aanbevolen
bandenspanning staat vermeld op de zijkant van de band en in de
onderstaande tabel. De spanning moet aangepast worden aan het
gewicht van de gebruiker.
Spanning
Model
Grootte
van de
fiets
Grootte van de
binnenbanden
Maat banden
PSI
Bar
EVERYWAY
E-CARRIER
28“
700 x 35-43
700 x 40
30 - 65
2 - 4,5
2.
Remmen
Controleer vóór elk gebruik dat de voor- en achterremmen in perfecte
staat zijn.
De rechterhandgreep activeert de achterrem. De linkerhandgreep
activeert de voorrem.
Het wordt aanbevolen om uw gemiddelde remkracht in een 60/40 ratio
te verdelen tussen voor- en achterrem. De remhendel mag niet in
contact komen met het stuur en de omhulsels van de remkabels mogen
niet in een hoek gevouwen zijn zodat de kabels zo min mogelijk wrijving
ondergaan. Beschadigde, versleten, verroeste kabels moeten
onmiddellijk worden vervangen.
Dit model is aan de voorzijde voorzien van een V-brake en aan de
achterzijde van een rollerbrake in de achternaaf.