22
23
23
22
23
23
6 Maschinenbeschreibung
und Funktionsprinzip
6 Machine description and
basic mode of operation
6 Machinebeschrijving en
werkingsprincipe
6.1 Aufbau der Maschine
1 Antriebsmotor
3 Antriebsarten,
untereinander nicht austauschbar.
• Elektromotor, • Benzinmotor, • Diselmotor
2 Absaugrohr
Verbindungsrohr für Staub-
sauganlage.
3 Staubabsaugstutzen
Anschluss zu (2)
4 NOT-AUS-Schalter
Drucktaster zur Not-
abschaltung.
5 Lenkvorrichtung
bequemes Manövrieren
6 Verstellhebel
Schnelleinstellung zum
Heben und Senken der Werkzeugtrommel.
OBEN: Transportstellung
UNTEN: Arbeitsstellung
7 Tiefeneinstellung
Handrad zum Ein-
stellen der Arbeitstiefe. Mechanische Tie-
feneinstellung mit automatisch mitlaufendem
Tiefenanschlag.
LINKS
RECHTS
kleine Arbeitstiefe
grosse Arbeitstiefe
schneller Vorschub
langsamer Vorschub
8 Lenkbügel
Haltegriff zum Lenken.
9 Ermüdungssicherung
Wird am Handge-
lenk des Maschinenführers befestigt. Unter-
bricht automatisch den Motorantrieb, Maschine
wird angehoben und gebremst.
10 Antriebsräder
Treibt die Maschine über
die Verstellpumpe und den Hydraulikmotor
an. 2 Festrollen zum spurtreuen Vor- und
Zurückfahren.
11 Riemenschutz
Sicherheitseinrichtung.
12 Führungsrad
Festrolle
13 Transportösen
Befestigungspunkte für Kran.
14 Werkzeugtrommel
15 Netzstecker
CEE-Stecker 16A/380V/50Hz
16 Motorschalter
El. 0=AUS, Y=Sternschaltung
(10 Sek. nach dem Einschalten stehen lassen),
∆ = Dreieckschaltung = Betriebsstellung
17 Betätigungshebel
Deaktiviert resp. aktiviert
den hydraulischen Fahrantrieb
18 Vorschubhebel
Stufenlos einstellbare Fahr-
geschwindigkeit, vor- und rückwärts.
19 Lüfterradschutz
Schutzeinrichtung
6.1 Construction of the machine
1 Drive motor
3 drive types
not interchangeable.
• Electric motor, • Gasoline engine, • Diesel engine
2 Extraction tube
The connection tube for
the dust extraction system.
3 Dust extraction socket
Connection to (2)
4 EMERGENCY STOP switch
Pushbutton
switch for emergency stop.
5 Steering system
convenient maneuvering.
6 Adjusting leve
r Fast adjustment to lift and
lower the tool drum.
TOP:
Transport position
BOTTOM:
Working position
7 Depth adjustment
Handwheel to adjust
the working depth. Mechanical depth adjust-
ment with automatic depth stop adjustment.
LEFT
RIGHT
shallow working depth greater working depth
fast advance
slow advance
8 Steering rod
Retaining handle to steer.
9 Fatigue protection
Secure to the machine
operator‘s wrist. Automatically interrupts
motor/engine drive, machine is raised and
braked.
10 Drive wheels
Drives the machine via the
hydraulic pump and the hydraulic motor.
2 fixed rollers for track-adherent forward and
reverse motion.
11 Belt guard
Safety device
12 Guide wheel
Fixed roller
13 Transport hooks
Fixing points for crane.
14 Tool drum
15 Mains plug
CEE plug 16A/380V/50Hz
16 Motor switch
0=OFF, Y=Star circuit
(set to Y 10 sec. after switching on)
∆ = Delta circuit = operating position
17 Actuating lever
Deactivates and activates
the hydraulic traction drive respectively
18 Handle
Steplessly adjustable traction speed,
forwards and reverse.
19 Fan wheel guard
Safety device
6.1 Opbouw van de machine
1 Aandrijfmotor
3 soorten aandrijving,
niet onder elkaar verwisselbaar.
• elektromotor, • benzinemotor, • dieselmotor
2 Afzuigbuis
Verbindingsbuis voor
stofafzuiginstallatie
3 Stofafzuig-aansluitstomp
Aansluiting voor(2)
4 NOODSTOP-schakelaar
Drukschakelaar
voor noodstop
5 Stuurinrichting
comfortabel manoeuvreren
6 Verstelhendel
Snelinstelling voor
het omhoog- en omlaagbrengen van de
gereedschapstrommel.
BOVEN:
Transportstand
BENEDEN:
Werkstand
7 Diepte- instelling
Handwiel voor het instel-
len van de werkdiepte. Mechanische diepte-
instelling met automatisch meelopende diep-
teaanslag.
LINKS
RECHTS
geringe werkdiepte
grote werkdiepte
snelle tractie
langzame tractie
8 Stuurbeugel
Greep voor het sturen
9 Beveiliging tegen vermoeidheid
Wordt bevestigd aan de pols van de bedie-
ningspersoon. Onderbreekt automatisch
de motoraandrijving. De machine wordt
opgeheven en afgeremd.
10 Aandrijfwielen
Drijft de machine aan via
de hydraulische pomp en de hydraulische
motor. 2 vaste wielen om in het spoor te blijven
bij het vooruit- en achteruitrijden.
11 Riembescherming
Veiligheidsvoorziening
12 Stuurwiel
Vast wiel
13 Transportogen
Bevestigingspunten voor
hijskraan.
14 Gereedschapstrommel
15 Netstekker
CEE-stekker 16A/380V/50Hz
16 Motorschakelaar El.
0=UIT, Y=sterschakeling
(10 sec. na het inschakelen laten staan)
∆ = Driehoekschakeling = operatieve stand
17
Bedieningshendel
Deactiveert resp.
activeert het hydraulische rijdwerk.
18
Tractiehendel
Traploos instelbare
rijsnelheid, voor- en achteruit.
19
Beluchtingsrotorbeveiliging
Beveiligingsinrichting