119
• Controleer voor elke meting uw meetapparaat en de meetkabels ervan op beschadigingen. Voer nooit
metingen uit als de beschermende isolatie beschadigd is (gescheurd, losgetrokken, etc.). De meege-
leverde meetkabels zijn voorzien van een slijtage-indicator. Bij beschadiging wordt er een tweede iso-
latielaag met een andere kleur zichtbaar. De meetapparatuur mag dan niet langer worden gebruikt en
moet worden vervangen.
• Gebruik de multimeter niet kort voor, tijdens of direct na onweer (blikseminslag! / energierijke overspan-
ningen!). Zorg ervoor dat uw handen, schoenen, kleding, de vloer, schakelingen en de onderdelen ervan
droog zijn.
• Gebruik het product niet in de directe nabijheid van:
- sterke magnetische of elektromagnetische velden
- zendmasten of RF-generatoren.
De gemeten waarde kan daardoor worden vertekend.
• Als aangenomen mag worden dat veilig gebruik niet meer mogelijk is, moet het apparaat worden uit-
geschakeld en tegen onbedoeld gebruik worden beveiligd. Ga ervan uit dat veilig gebruik niet langer
mogelijk is als:
- het apparaat zichtbaar beschadigd is,
- het apparaat niet langer werkt en
- gedurende een lange periode onder ongunstige omstandigheden opgeborgen is geweest of
- tijdens het vervoer aan een aanzienlijke belasting onderhevig is geweest.
• Zet het meetapparaat nooit onmiddellijk aan nadat het van een koude naar een warme ruimte is ge-
bracht. De condens die hierbij wordt gevormd kan het apparaat onder bepaalde omstandigheden onher-
stelbaar beschadigen. Laat het apparaat eerst op kamertemperatuur komen voordat u het inschakelt.
• Laat het verpakkingsmateriaal niet rondslingeren; kinderen kunnen het als speelgoed gebruiken, wat tot
gevaarlijke situaties kan leiden.
• Neem ook de veiligheidsinstructies in de afzonderlijke hoofdstukken in acht.