
Symbolerklärung
Folgende Symbole sind am Spannungsprüfer vor-
handen:
DC
Gleichspannung
AC
Wechselspannung
-
Gleichspannung Minuspotential (DC)
Phasenanzeige von 100 bis 690V ~ 50/60Hz
bei Anwendung als „einpoliger“ Phasenprüfer.
Symbol für Durchgangsprüfung
Drehfeldanzeige rechtsdrehend
Drehfeldanzeige linksdrehend
Gerät für Arbeiten unter Spannung
Batteriewechsel-Symbol
Einsetzen/Wechseln der Batterien
Der Spannungsprüfer benötigt zum Betrieb zwei Micro-
batterien (Typ AAA, im Lieferumfang enthalten)
benötigt.
Zum Einsetzen/Wechseln gehen Sie wie folgt vor:
• Lösen Sie die Schraube am Batterie-
fachdeckel (5) mit einem passenden
Schraubendreher und nehmen Sie diesen
ab.
• Legen Sie zwei Micro-Batterien (AAA) in
das Batteriefach ein. Beachten Sie die
Polaritätsangabe im Batteriefach. Ver-
wenden Sie möglichst Alkaline Batterien,
da diese eine längere Betriebszeit garantieren.
• Schließen und verschrauben Sie den Batteriefach-
deckel wieder sorgfältig.
Ein Batteriewechsel ist nötig, wenn das Batteriewech-
selsymbol „Low Bat“ ( I ) in der LCD-Anzeige erscheint,
bzw. wenn nach dem Kontaktieren beider Messspitzen
miteinander die LCD-Anzeige dunkel bleibt.
Bei leeren Batterien erfolgt beim VC-56
keine Spannungsanzeige. Das Gerät darf
mit leeren, oder ohne Batterien nicht
betrieben werden.
Um eine Beschädigung des Gerätes durch auslaufende
Batterien zu verhindern, entfernen Sie die Batterien aus
dem Gerät, wenn Sie es für längere Zeit nicht benutzen.
Aus dem gleichen Grund ist anzuraten, leere Batterien
sofort zu entfernen.
BAT
8
Valt de meetspanning onder 4,5 V AC/DC dan schakelt
de VC-56 automatisch uit.
In het LCD-scherm wordt de spanningswaarde nume-
riek (A) en via een staafdiagram (G) weergegeven. De
spanningssoort (H) (wisselspanning = AC of gelijkspan-
ning = DC) alsmede de polariteit (F) worden eveneens in
het LCD-scherm weergegeven. Bij negatieve geli-
jkspanningen wordt voor de numerieke spanningswaar-
de een „ - “ (F) weergegeven. Positieve gelijkspannin-
gen worden zonder tekens ervoor weergegeven.
Door de ingangsweerstand van ca. 1M
Ω
kunnen spanningstests met een hoge
ingangsweerstand zonder tijdbegrenzing
worden uitgevoerd.
Ook bij metingen op eenfasige netspannin-
gen (L1 tegen N) geeft de VC-56 een draai-
richting (L of R) weer. Dit is geen fout van
het apparaat.
Spanningsmeting met lage
binnenweerstand (lage impedantie)
Deze meting is geschikt voor het controleren van instal-
laties. Door de verlaagde binnenweerstand worden
inductieve of capacitieve spanningen, ook fantoom-
spanningen genoemd, onderdrukt. De werkelijk aanwe-
zige spanning wordt bij deze meting weergegeven. Zo
kunnen ook door het meten van fase (L1) op de aardlei-
ding (PE) lekstroomschakelaars (FI of RCI) in werking
worden gesteld.
Voor het meten vanaf 12V is dit meetproces toepasbaar.
Houd de spanningstester alleen vast aan de daarvoor
bestemde handgrepen (3 en 6). Raak de tester nooit
buiten de handgrepen aan.
Breng beide testpennen (1 en 11) aan op de te controle-
ren meetpunten.
Druk beide toetsen (2) en (8)
tegelijkertijd
in.
De aanwezige meetspanning wordt door het LCD-
scherm (A) weergegeven. De low-imp-LED (C) geeft de
lage-impedantiemeting aan.
De maximale inschakelduur van de modus
lage-impedantie is tot een spanning van
250V slechts voor max. 5 seconden en tot
690V slechts voor max. 3 seconden toege-
staan.
Na deze tijd moet een pauze van 10 minuten
worden aangehouden.
41