Gebruik als acculader (12 V of 24 V versie)
Accutype
DIP-schakelaar
SLA/GEL
AGM/loodaccu
Loodaccu met calcium
1
OFF
OFF
ON
2
OFF
ON
OFF
3
ON
OFF
OFF
4
OFF
OFF
ON
5
OFF
ON
OFF
6
OFF
OFF
OFF
Uitgangsspanning
14,2V / 28,4V
14,6V / 29,2V
14,8V / 29,6V
Onderhoudsspanning
13,2V / 26,4V
13,5V / 27,0V
13,8V / 27,6V
Gebruik als netvoeding (12 V of 24 V versie)
Uitgangsspanning
DIP-schakelaars
13,2V / 26,4V
13,5V / 27,0V 13,8V / 27,6V
4
OFF
OFF
ON
5
OFF
ON
OFF
6
ON
ON
ON
DIP-schakelaars 1, 2 en 3 worden automatisch uitgeschakeld (onafhankelijk van de aan/
Î
uit-instelling) als DIP-schakelaar 6 op "ON" staat.
Sluit het netsnoer aan op de netaansluiting (8) en een stopcontact met randaarde.
•
Verbind aansluitklem (3) en vervolgens aansluitklem (4) met de te laden accu of met de
•
verbruikerd die van stroom moet worden voorzien. Let op de juiste aansluiting van de polen
(ROOD = pl; ZWART = minpool/-).
Raadpleeg bij aansluiting van accu's en verbruikers de gebruiksaanwijzingen van de
Î
producent (bij aansluiting van autoaccu's de gebruiksaanwijzing van de auto).
Zet de hoofdschakelaar (9) op "ON".
•
De LED "POWER ON" brandt. De LEDs "FLOAT", "ABSORPTION" en "BULK" branden
afhankelijk van de bedrijfsmodus.
Schakel na beëindiging van het laden of het gebruik als netadapter de hoofdschakelaar (9)
•
op "OFF".
Maak aansluitklem (4) en vervolgens aansluitklem (3) los van de accu of de verbuiker.
•
Haal de stekker uit het stopcontact.
•
De data-interface (7) heeft bij deze versie van het apparaat geen functie.
Î
BEDRIJFSMODI
Gebruik als acculader (booster)
Deze intelligente lader voert het laadproces in vier fases automatisch uit.
1. Fase
: Voorbereiden van een zwakke accu of een sterk ontladen accu, om de stroom
optimaal te kunnen opnemen. De LEDs "POWER ON" en "BULK" branden.
2. Fase
: Na ongeveer 30 min schakelt het apparaat over naar de volgende fase; de accu
wordt met de uitgangsspanning geladen. De LEDs "POWER ON" en "BULK" branden.
3. Fase
: Na enige tijd schakelt het apparaat over naar de fase ABSORPTION; de accu wordt
met maximale laadstroom vol geladen. De LEDs "POWER ON" en "ABSORPTION" branden.
4. Fase
: De accu wordt met een onderhoudsspanning verder geladen. Deze beschermt de
accu tegen overlading en compenseert zelfontlading. De LEDs "POWER ON" en "FLOAT"
branden.
Gebruik als netadapter
Dit apparaat kan ook als netadapter (voor voeding) voor een verbruiker worden gebruikt.
De LEDs "POWER ON" en "FLOAT" branden.
ONDERHOUD EN REINIGING
Schakel voor reiniging het apparaat uit. Maak vervolgens een eventueel aangesloten accu los
van het apparaat en trek de stekker uit het stopcontact.
Reinig het apparaat met een zachte, schone en droge doek. Gebruik geen agressieve reini-
gingsmiddelen of chemicaliën. Hierdoor kan de behuizing worden beschadigd (verkleuring).
Draag nooit ringen, halskettingen, horloges etc. bij het werken met accu's
•
of laders. Door kortsluiting van de accucontacten bestaat verbrandings- of
explosiegevaar!
Accu's mogen niet worden kortgesloten of in het vuur worden geworpen. Er
•
bestaat brand- en explosiegevaar!
Afhankelijk van de inbouwpositie van de accu kan het noodzakelijk zijn de
•
accu eerst uit te bouwen, alvorens deze op te laden.
Let bij de aansluiting van een accu op het apparaat op de juiste polariteit (rode
•
klem op het apparaat = plus/+, zwarte klem op het apparaat = min/-).
Laad nooit accu's met een celkortsluiting.
•
Laad nooit bevroren accu's. Als de batterijvloeistof (elektrolyt) is bevroren, laat
•
de accu dan eerst in een warme ruimte volledig ontdooien, alvorens deze te
laden. Dit kan, afhankelijk van de accu, meerdere uren duren.
Verbreek voor aansluiting van de op te laden accu eerst de verbinding tussen
•
de verbruikers en kabels (eerst alle verbruikers uitschakelen!). Maak altijd
eerst de massa-aansluiting (minpool) los en daarna de pluspool.
Verbreek de verbinding met het laadapparaat, alvorens de accu op de
verbruiker(s) aan te sluiten.
Bij het verbinden of losmaken van de accu kunnen vonken ontstaan. Zorg
daarom voor voldoende ventilatie!
Als de correcte aansluiting of het gebruik u niet helemaal duidelijk zijn, of als er vragen zijn
die niet in deze gebruiksaanwijzing worden beantwoord, neem dan contact op met onze
technische ondersteuning of een deskundige vakman.
Voltcraft®, Lindenweg 15, D-92242 Hirschau, Tel. +49 180 5865827.
OVERZICHT VAN HET APPARAAT
Laadindicatie
1.
Aansluitschroef (+), 2x
2.
Aansluitklem (+)
3.
Aansluitklem (-)
4.
Aansluitschroef (-)
5.
DIP-schakelaar (voor bedri-
6.
jfsmodi)
Data-interface (alleen voor de
7.
fabrikant)
Netaansluiting (aan/uit)
8.
Hoofdschakelaar (aan/uit)
9.
AANSLUITING EN GEBRUIK
Let altijd op de correcte instelling van de DIP-schakelaars met betrekking
tot de toepassing waarvoor u het apparaat wilt gebruiken en het te laden
accutype. Er bestaat brand- en explosiegevaar!
Let altijd op de correcte instelling van de DIP-schakelaars volgens de
ingangsspanning van de verbruikers. Er bestaat brand- en explosiegevaar!
Controleer of de hoofdschakelaar (9) op "OFF" staat.
•
Verbind de vorkvormige kabelschoen van de RODE kabel met de aansluitklem (2) van het
•
apparaat. Draai de schroeven vast aan.
Verbind de vorkvormige kabelschoen van de ZWARTE kabel met de aansluitklem (5) van
•
het apparaat. Draai de schroeven vast aan.
Stel de DIP-schkelaars (6)in op de gewenste bedrijfmodus.
•
Raadpleeg hiervoor de tabellen.
3
2
5
6
9
7
8
4
1