122
d) REL-functie
De REL-functie maakt een referentiewaardemeting mogelijk om evt. strooiselweergaven of vermogensverliezen zoals
bijv. bij weerstandsmetingen te vermijden. Hiertoe wordt de momentane displaywaarde op nul gezet. Er wordt een
nieuwe referentiewaarde ingesteld. Auto-Range wordt gedeactiveerd.
Door indrukken van de toets “REL” wordt deze meetfunctie ingeschakeld. Op het display verschijnt “Δ”.
Om de deze functie uit te schakelen, drukt u nogmaals op de toets “REL” of verandert u de meet-functie.
Deze bijkomende functie kan in de meetfunctie “Motor” en “Hz” niet worden geactiveerd.
e) Hz-functie, frequentiemeting (elektrisch)
De AC-spannings- en stroommeetbereiken zijn van subfuncties voor frequentiemeting voorzien. Deze meetfunc-
ties vereisen een signaalniveau van >30 Vrms en hebben een bandbreedte tot 400 Hz en is daarom geschikt voor
netspanning.
Om de frequentie van het stroom- of spanningssignaal te meten, drukt u op de toets “Hz”. Op het scherm wordt de
frequentie in Hz weergegeven. Om de weergave om te schakelen, drukt u nogmaals op de toets “Hz”.
f) HOLD-functie
De Hold-functie houdt de huidige meetwaarde op het scherm vast om deze rustig te kunnen aflezen of verwerken.
Zorg bij het testen van spanningvoerende leidingen dat deze functie bij aanvang van de test is
gedeactiveerd. Er wordt anders een verkeerd meetresultaat gesimuleerd!
Deze bijkomende functie kan in de meetfunctie “Motor” niet worden geactiveerd
Voor het inschakelen van de Hold-functie drukt u op de toets “HOLD”; een geluidssignaal bevestigt deze handeling
en “H” wordt op de display weergegeven.
Om de Hold-functie uit te schakelen, drukt u nogmaals op de toets “HOLD” of verandert u de meetfunctie.
g) Schermverlichting
De multimeter herkent via een lichtsensor automatisch de helderheid in de omgeving en schakelt bij ingeschakeld
DMM automatisch de schermverlichting in. Deze automatische functie wordt op het scherm door het symbool “BL”
weergegeven. Ze kan via de verlichtingstoets worden gedeactiveerd en blijft gedeactiveerd tot het apparaat via de
draaischakelaar wordt uitgeschakeld. De volgende keer dat het apparaat wordt ingeschakeld, is deze automatische
functie opnieuw actief.
h) LED-lamp
Aan de achterzijde van het apparaat is een witte LED-lamp (K) geïntegreerd. De lamp wordt via de toets met het zak-
lampsymbool in- en uitgeschakeld. Telkens wanneer op een toets wordt gedrukt, schakelt de lamp in en opnieuw uit.
De lamp blijft branden tot ze via de toets manueel wordt uitgeschakeld, het meetapparaat via de draaischakelaar
(OFF) wordt uitgeschakeld of het apparaat na ca. 15 minuten automatisch wordt uitgeschakeld.