110
8. Schermgegevens en symbolen
De volgende symbolen en gegevens zijn op het apparaat of op het scherm aanwezig.
1 Echt-effectieve waardemeting
2 Symbool voor de diodetest
3 Symbool voor de akoestische doorgangsmeting
4 Delta-symbool voor relatieve metingen (=referentiewaardeme-
ting)
5 Symbool voor milli (exp.-3)
6 Symbool voor micro (exp.-6)
7 Volt (eenheid van elektrische spanning)
8 Ampère (eenheid van elektrische stroomsterkte)
9 Symbool voor nano (exp.-9)
10 Symbool voor milli (exp.-3)
11 Symbool voor micro (exp.-6)
12 Farad (eenheid van elektrische capaciteit)
13 Symbool voor mega (exp.6)
14 Symbool voor kilo (exp.3)
15 Ohm (eenheid van elektrische weerstand)
16 Hertz (eenheid van frequentie)
17 Meetwaardemelding
18 Automatische verlichting voor scherm is actief
19 Slotsymbool voor fasenherkenning (knipperen = detectiemodus, permanente weergave = fase herkend)
20 3-Fasen-draairichtingsweergave “rechtsdraaiend”
21 3-Fasen-draairichtingsweergave “linksdraaiend”
22 Symbool graden Fahrenheit (Angelsaksische temperatuureenheid)
23 Symbool graden Celsius (temperatuureenheid)
24 Minimumwaardegeheugen
25 Maximumwaardegeheugen
26 Automatische meetbereikselectie is actief
27 Batterijstandaanduiding
28 Automatische uitschakeling is geactiveerd
29 Hold-functie is actief
30 Symbool voor gelijkstroom (
)
31 Polariteitsaanduiding voor stroomvloeirichting (minpool)
32 Symbool voor wisselstroom (
)
33 Symbool voor lage impendantie
34 Waarschuwingssymbool voor gevaarlijke spanning of met waarschuwingsgeluid voor meetbereikoverschrijding