89
h) Meten van een frequentie
Overschrijd nooit de maximale toelaatbare ingangswaarde van 10 V/AC.
De multimeter kan frequenties meten van 0 Hz tot 25 kHz in het spanningsbereik van 2,5 tot 10 V/AC.
Ga als volgt te werk om de meting uit te voeren:
- Kies met de draaischakelaar het meetbereik “kHz”.
- Verbind het zwarte meetsnoer met de COM-bus (6) en het rode meetsnoer met de
Hz-bus (7).
- Stel de nulstand in met de instelknop (3).
- Controleer of de drukknop “Vrms/Vp-p” (9) niet is ingedrukt.
- Breng beide meetpennen in contact met het meetobject (generator, schakeling, enz.).
- Lees de meetwaarde af op de schaal “kHz”. De eenheid komt overeen met het ingestelde meetbereik (kHz).
- Zet na voltooiing van de meting de draaischakelaar in de positie “OFF” om de multimeter uit te schakelen.