0478 131 9923 B - NL
268
De stap "Installatie controleren" van de
installatiewizard wordt opgevraagd.
(
5. Randmaaien:
frequentie van het randmaaien
vastleggen.
Nooit
– standaardinstelling
Eén keer
– de rand wordt een keer per
week gemaaid.
Twee keer
– de rand wordt twee keer per
week gemaaid.
6. Aanpalende gazons:
aanpalende gazons vrijgeven.
Inactief
– standaardinstelling
Actief
– instelling, als er op aanpalende
gazons moet worden gemaaid. Bij de
commando's "Maaien starten" en "Maaien
met vertraagde start" moet het maaivlak
(hoofdgazon/aanpalend gazon) worden
geselecteerd. (
10.15 Startpunten instellen
Om in te stellen
●
startpunten aanleren
of
●
gewenst startpunt selecteren en
handmatig definiëren.
Startpunten aanleren
:
Na het indrukken van de OK-toets
start de robotmaaier een oefenrit
langs de begrenzingsdraad. Als de
robotmaaier niet is aangedokt, rijdt deze
eerst naar het dockingstation. Alle
bestaande startpunten worden gewist.
Onderweg kunnen er door het openen van
de klep en door het indrukken van de OK-
toets maximaal 4 startpunten worden
vastgelegd.
Aanleerpocedure onderbreken:
Handmatig – door op de STOP-toets te
drukken.
Automatisch – door hindernissen aan de
rand van het maaivlak.
●
Als het aanleren automatisch is
onderbroken, corrigeer dan de positie
van de begrenzingsdraad of verwijder
de hindernissen.
●
Controleer vóór het verder aanleren de
positie van de robotmaaier. Het
apparaat moet op de begrenzingsdraad
of binnen het maaivlak met de voorkant
richting begrenzingsdraad staan.
Aanleerpocedure beëindigen:
Handmatig – na een onderbreking.
Automatisch – na het aandokken.
De nieuwe startpunten worden na het
aandokken of na het afbreken door het
openen van de klep en door bevestiging
met OK opgeslagen.
Startfrequentie:
Met de startfrequentie wordt gedefinieerd
hoe vaak een maaibeurt bij een startpunt
moet worden begonnen.
Standaardinstelling is 2 van 10
maaibeurten (2/10) bij elk startpunt.
●
Wijzig indien nodig na het aanleren de
startfrequentie.
●
Stuur bij voortijdige beëindiging van het
aanleren de robotmaaier via het
commando naar het dockingstation.
(
Startpunt 1 t/m 4 handmatig
instellen
:
Leg de afstand van de startpunten
van het dockingstation vast en
definieer de startfrequentie.
De
afstand
is het traject van het
dockingstation naar het startpunt in
meters, rechtsom gemeten.
De
startfrequentie
kan tussen 0 van 10
maaibeurten (0/10) en 10 van 10
maaibeurten (10/10) liggen.
10.16 Veiligheid
1.
Machineblokkering
2.
Stand
3.
Pincode wijzigen
4.
Startsignaal
5.
Meldsignaal
6.
Menusignaal
7.
Speelstop
8.
Toetsenblok.
9.
iMow + Dock koppelen
1. Machineblokkering:
met OK wordt de machineblokkering
actief, de robotmaaier kan niet meer
in gebruik worden genomen.
De robotmaaier moet vóór alle
onderhouds- en
Als controle van de correcte
bedrading rond een verboden zone,
de robotmaaier met de voorzijde in
de richting van de verboden zone in
het maaivlak plaatsen en
testverloop starten.
Als de startpunten handmatig
worden ingesteld, mag vóór het
openen van de klep niet op de
STOP-toets worden gedrukt.
Het
dockingstation
is als
startpunt 0
gedefinieerd.
Standaard worden
maaibeurten van daaruit gestart.
De startfrequentie is even hoog als
de berekende restwaarde op 10
van 10 maaibeurten.
Содержание MI 422
Страница 2: ...0478 131 9923 B D16 Eco DS 2016 02 2016 VIKING GmbH A 6336 Langkampfen Kufstein...
Страница 3: ...1 0478 131 9923 B 1...
Страница 4: ...0478 131 9923 B 2 2...
Страница 154: ...0478 131 9923 B EN 152...
Страница 232: ...0478 131 9923 B FR 230...
Страница 308: ...0478 131 9923 B NL 306...
Страница 387: ...385 DE EN FR NL IT 0478 131 9923 B IT...
Страница 388: ...0478 131 9923 B MI 422 MI 422 P B...