090141.01
7
vetus®
Battery chargers BC12151, BC12252, BC12352, BC12503, BC12803, BC24122, BC24253, BC24403
Sluit altijd eerst de plus (+) kabel(s) aan en als laatste de min (- )
kabel .
5 .3 Scheidingsdiode
De acculader is voorzien van een scheidingsdiode zodat meerdere ac-
cu’s gescheiden kunnen worden geladen (behalve model BC12151).
Voor het gescheiden laden van de accu’s door de dynamo moet een
aparte scheidingsdiode worden geïnstalleerd. Pas de Vetus span-
ningsverliesvrije scheidingsdiode toe of zorg er voor dat de laad-
spanning van de dynamo gecompenseerd wordt.
5 .4 Instellen laadspanning
Stel de laadspanning van de acculader in voor het type lood/zuur
accu dat moet worden geladen. Zie tabel 14.4 op pagina 38.
5 .5 Temperatuursensor (BCTS)
Indien in tropische gebieden, of door andere omstandigheden de
accu’s zeer warm worden, verdient het aanbeveling om voor deze
(hoge) accutemperatuur de laadkarakteristiek aan te passen. Dit kan
door middel van de als optie door VETUS te leveren temperatuursen-
sor.
Raadpleeg ‘14.12 Temperatuursensor’ voor het aansluiten van de op-
tionele temperatuursensor.
De 6 polige RJ aansluiting (TEMP/CN3) is bestemd voor het aanslui-
ten van de temperatuursensor.
Plaats de temperatuursensor op de accu welke de hoogste tempera-
tuur zal bereiken.
5 .6 Afstandsbedieningspaneel (BCRP)
Raadpleeg ‘14.13 Afstandsbedieningpaneel’ voor het aansluiten van
een optioneel afstandsbedieningspaneel.
De 6 polige RJ aansluiting (CN4) is bestemd voor het aansluiten van
het afstandsbedieningspaneel.
5 .7 Aansluiten netspanning
De acculader is geschikt voor een netspanning van zowel 115 als 230
Volt wisselspanning.
Om aan de CE richtlijnen te voldoen verdient het aanbeveling de ac-
culader te aarden.
W
aarschuWinG
Het aarden van 230 Volt electrische apparaten aan boord van een
schip dat niet via een walaansluiting verbonden is met een tegen
aardlek beveiligd walstopcontact is alleen zinvol als er op het schip
een aardlekbeveiliging of gestel-isolatiebeveiligings-installatie aan-
wezig is (zwevend net).
Raadpleeg hiervoor uw installateur.
Tevens zijn hier de locale voorschriften van belang die per land ver-
schillen en ook de toepassing kan daarbij van belang zijn (voor be-
roepsvaart en in het bijzonder passagierschepen gelden vaak speci-
ale regels).
VETUS kan geen verantwoordelijkheid aanvaarden voor het toepas-
sen van de acculader in strijd met de plaatselijke voorschriften.
7
Storingen
Storing / LED indicatie
Mogelijke oorzaak
Oplossing
Rood, knippert langzaam.
Accuspanning te laag of accu
overladen.
Controleer de accu.
Schakel de acculader uit en weer aan.
Defecte accu.
Vervang de accu.
Rood, knippert snel.
Accu of acculader heeft te
hoge temperatuur.
Verbeter de ventilatie van de accu of de acculader.
Zorg eer voor dat geen van de ventilatieopeningen bedekt zijn.
Indien mogelijk zorg voor een lagere omgevingstemperatuur.
Rood, continu aan
Kortsluiting of verkeerd om
aangesloten (+ en - verwis-
seld.
Sluit de acculader met de juiste polariteit aan.
Verhelp de kortsluiting.
Controleer of de zekering defect is en vervang indien noodzakelijk.
Rood, knippert dubbel.
Ventilator storing.
Controleer de ventilator op vervuiling of schade.
Rood, knippert langzaam,
elke 2 sec.
Storing bij de Extra Tweede
Accu.
Controleer de extra accuaansluiting op kortsluiting.
6
Bediening
Na het aansluiten van de accu wordt het laden automatisch gestart
en zal de ‘STATUS’ LED gaan branden om dit aan te geven.
NEDERLANDS