NL
TRACER
01/2010
6
Richtingaanwijzer in-/uitschakelen
Om de rijrichtingindicator te activeren en uit te schakelen drukt u op toets (3) of (4) voor
respectievelijk de richtingaanwijzer links of rechts. In de statusaanduiding licht de
geselecteerde rijrichting op bij activering.
of
Selecteer de verlichtingsfunctie met behulp van de
veldkeuzetoets (9); in het display verschijnt het menu
voor de verlichtingskeuze.
Om de richtingaanwijzerfunctie (links of rechts) in of
uit te schakelen, beweegt u de joystick
links of
rechts
in de gewenste richting.
Om weer terug te gaan naar het rijprogramma,
selecteert u dit met behulp van de rijprofieltoets (8) in
de rijmodus.
Licht in-/uitschakelen
Om het licht te activeren en uit te schakelen, drukt u langer dan 3 seconden op de toets
voor de linker richtingaanwijzer (3). In de statusaanduiding licht het symbool voor de
lichtfunctie bij activering op.
of
Selecteer de verlichtingsfunctie met behulp van de
veldkeuzetoets (9); in het display verschijnt het
menu voor de verlichtingskeuze.
Druk de joystick
omhoog
om het licht aan of uit te
schakelen.
Om weer terug te gaan naar het rijprogramma,
selecteert u dit met behulp van de rijprofieltoets (8)
in de rijmodus.
Knipperlicht in-/uitschakelen
Om het knipperlicht te activeren en uit te schakelen, drukt u langer dan 3 seconden op
de toets voor de rechter richtingaanwijzer (4). In de statusaanduiding licht het symbool
voor de knipperlichtfunctie op bij activering.
of
Selecteer de verlichtingsfunctie met behulp van de
veldkeuzetoets (9); in het display verschijnt het
menu voor de verlichtingskeuze.
Druk de joystick naar
beneden
om het knipperlicht
in of uit te schakelen.
Om weer terug te gaan naar het rijprogramma,
selecteert u dit met behulp van de rijprofieltoets (8)
in de rijmodus.