NEDERLANDS
- 41 -
PROGRAMMERING
Start de procedure van programmering op de commandocentrale
en selecteer het menu
i.Adi
1.
Selecteer
Si
en druk op
OK
: de display visualiseert
LUX
LET OP:
om de firmware-versie van de inrichting te visualiseren
op de toets
OK
drukken
2.
M.b.v. de toetsen
h
en
i
de uitgang (
rEL1
of
rEL2
)
selecteren waarvan men de functioneringslogica wenst te
programmeren en op
OK
drukken
3.
M.b.v. de toetsen
h
en
i
de parameter selecteren die men
wenst te programmeren:
AUX
Hulpkanaal: de relaisuitgang wordt bediend door een
zender die opgeslagen is op kanaal 4 van de
ontvanger die in de bedieningscentrale zit.
De relaisuitgang kan geprogrammeerd worden met
verschillende werkingslogica’s
LAM
Knipperend licht van signalering. Op basis van de
geprogrammeerde logica wordt de relaisuitgang
geactiveerd op onderbroken manier tijdens de fasen
van opening / sluiting / pauze van het hek
LUCE
Klein lampje. Op basis van de geprogrammeerde
logica wordt de relais geactiveerd wanneer de
bedieningscentrale een START-commando ontvangt
SEM
Stoplicht. De relaisuitgang wordt geopend of gesloten
op basis van de instellingen van de verschillende fases
van de werkingcyclus (hek gestopt en gesloten, hek
dat opengaat, hek dat sluit, hek dat stopt, hek op
pauze)
LSW
Weergave van de eindeloopschakelaars.
De relais uitgang word gebruikt om de stand van de
eindeloopschakelaars weer te geven.
FrEn
Elektrorem. De relaisuitgang bedient de elektrorem
van de motor, door open en dicht te gaan wanneer de
motor
geactiveerd
wordt
4.
Na de programmering van de parameters
SAVE
selecteren om
de instellingen op te slaan en
ESC
selecteren om het menu
van programmering te verlaten
no
i.Adi
rEL1
LUCE
FrEn
rEL2
SAvE
ESC
LSW
Si
Fv I.0