- 46 -
7. Fiets op de draagrails zetten en met klem (28) van houder (2)
op het fietsframe positioneren. Fiets borgen tegen kantelen.
8. Klem (28) op het fietsframe met draaigreep (27)
vastschroeven.
9. Houder (2) met sleutel (5) vergrendelen en sleutel (5)
eruit trekken.
10. Spanriem (26) in het midden tussen twee spaken steken,
in de gesp (30) steken en vasttrekken.
11. Met de spanner (31), de spanriemen (26) vasttrekken (pijl I).
Tweede fiets monteren
De montage van de tweede fiets wordt op dezelfde wijze als de
eerste fiets uitgevoerd. De tweede fiets moet in tegenovergestelde
richting worden bevestigd.
De tweede fiets wordt met de lange houder (3) bevestigd.
Derde fiets monteren
De montage van de derde fiets wordt op dezelfde wijze als
de eerste fiets uitgevoerd. De fietsen moeten steeds in
tegenovergestelde richting worden bevestigd.
De derde fiets wordt met de extra houder (4) aan de tweede fiets
bevestigd.
Voorzichtig
De spanriemen (26) niet te strak spannen, omdat anders
de banden of velgen beschadigd kunnen raken.
Let op
De schroeven van de houder moeten regelmatig worden
gereinigd en gesmeerd, zodat de draaigrepen niet vastroesten.
2
31
26
30
I
II
5
28
27
2 29
M+P-25A-0237
Voorzichtig
Houder (3) uitsluitend aan het fietsframe bevestigen, omdat
andere onderdelen van de fiets beschadigd kunnen raken.
Er mogen geen onderdelen, bijvoorbeeld versnellings- en
remkabels, worden ingeklemd. Defecte houders moeten
onmiddellijk worden vervangen.
Voorzichtig
Houder (4) uitsluitend aan het fietsframe bevestigen, omdat
andere onderdelen van de fiets beschadigd kunnen raken.
Er mogen geen onderdelen, bijvoorbeeld versnellings- en
remkabels, worden ingeklemd. Defecte houders moeten
onmiddellijk worden vervangen.
3
M+P-25A-0216
4
M+P-25A-0217