6
daardoor wat over de rand van de bak op het verhittingselement drupt. Let daarom goed op, dat het maximum
hoeveelheden niet worden overschreden.
Deze broodbakmachine is ontworpen voor brood van max. 1250 gram: overschrijdt nooit de totale hoeveelheid
van 1250 gram, inclusief vloeistof !
Gebruik uitsluitend gedroogde gistpoeder; verse gist kan het bakresultaat nadelig beïnvloeden.
Let op, dat bij het bakken van roggebrood, het brood nauwelijks zal rijzen en daarom klef zal worden. Daarom
verdient het aanbeveling ten hoogste 7 delen rogge- en tenminste 3 delen wit meel te gebruiken.
Brood bakken
Bereiding van het deeg.
1) neem het bakblik rechtstandig uit de machine.
2) plaats de kneedhaken op de aandrijfassen in het bakblik
3) voeg nu alle ingrediënten toe in de aangegeven volgorde: eerst de vloeistoffen en daarna het meel, suiker en
zout. De droge toevoegingen kunnen het beste aan de rand van het meel gestrooid worden en maak dan een
in het midden een kuiltje voor de gist; het gist mag nl. niet in aanraking komen met het zout.
4) de buitenzijde van het bakblik dient volkomen schoon te zijn. Plaats het bakblik in de machine en druk dit
stevig naar beneden , totdat u het hoort vastklikken in de spanningsveren. Sluit het deksel.
De ingrediënten moeten vooraf in het bakblik worden gedaan en pas daarna moet het bakblik in de machine worden
geplaatst: dit om te voorkomen, dat er ingrediënten aan de buitenzijde van het bakblik terecht komen, welke dan weer
op het verwarmingselement zouden kunnen druppen.
Programmakeuze
a) Nadat u het bakblik in het apparaat heeft geplaatst en de deksel heeft gesloten, steekt u de stekker in het
stopcontact en schakelt u het apparaat in. Een geluidssignaal klinkt en op het display verschijnt de aanduiding voor het
program 1 (normaal)
b) Druk zo vaak op de programmatoets, totdat het door u gewenste programma verschijnt; bij iedere druk op de toets
klinkt een geluidssignaal.
U kunt de volgende programma’s kiezen:
1 = normaal. Dit programma is geschikt voor witbrood en voor mengsels, welke
voornameleijk uit wit meel bestaan. ( bv. wit met rogge)
2 = witbrood. Voor brood uit wit, fijn gemalen meel op franse wijze en voor licht brood
met knapperige korst.
3 = volkorenbrood. Voor brood met een groot deel wit/volkorenmeel en roggemeel.
Deze broden worden zwaarder en vaster dan lichte broden.
4 = zoet brood. Om gebak, koek of zoet brood te bakken en voor recepten met
toevoeging van suiker, rozijnen of chocolade kan dit programma worden gekozen.
5 = yoghurtbrood. Voor brood dat met yoghurt of karnemelk wordt bereid.
6 = snel. Kies dit programma, indien u het brood belangrijk sneller wilt klaar hebben.
Bedenk echter, dat dit brood minder luchtig en ook niet zo smakelijk zal zijn.
7 = noedeldeeg. Dit programma is bedoeld om deeg voor noedels (bv. spaghetti,
bahmi) te bereiden. In dit programma ontbreekt het bak-gedeelte.
8 = marmelade. Met behulp van dit programma kunt u eenvoudig zelf marmelade of
jam bereiden.
9 = deeg kneden. Dit programma dient om bv., gistdeeg te kneden om daarna zelf
broodjes te vormen en te bakken. Ook onder dit programma ontbreekt het bak-gedeelte.
10 = ná-bakken. Dit programma bestaat slechts uit bakken, zonder voordien het deeg te
kneden of te laten rijzen. Het dient daarom hoofdzakelijk voor het ná-bakken of evt. het
verkrijgen van een donkerder korst.
c) Kies het programma op gewicht.
Met de programma’s 1-6 kunt u kiezen voor de eindbroodgewichten 750, 1000 of 1250 gram. Druk op de toets, totdat
de pijl onder het door u gewenste gewicht staat. De automatische instelling is op 1.000 gram broodgewicht.