21
NL
Gebruiks- en onderhoudsinstructies
voor de beschermer
De beschermer wordt gebruikt om beschadiging of vervuiling van
het tapijt van de bagageruimte te voorkomen. Mechanische slijtage
van de beschermer vermindert deze functie in geen enkel geval
en is geen defect - de garantie geldt niet voor schade veroorzaakt
door normale slijtage.
Opmerking. Beveilig de vervoerde voorwerpen op een geschikte
manier tegen verschuiven. Los geplaatste voorwerpen kunnen
schade aan de beschermer veroorzaken. Plaats de voorwerpen
daarom zo dicht mogelijk tegen de rugleuningen van de achterbank.
Volg altijd de instructies voor veilig bagagevervoer, zie
bedieningshandleiding van het voertuig.
De klittenbandsluitingen van de beschermer kunnen het weefsel
van het netsysteem beschadigen, zorg er dus voor dat de netten
uit de buurt van klittenbandsluitingen worden gehouden of
gebruik andere, duurzamere middelen (riemen, touwen, ...). Bij
het gebruik van de beschermer is de toegang onder de vloer
van de bagageruimte belemmerd, daarom moet u altijd de
vervoerde voorwerpen verwijderen en de beschermer uit de
bevestigingspunten losmaken.
Plaats geen voorwerpen met scherpe randen op de beschermer,
stel deze niet bloot aan chemicaliën en de langdurige inwerking van
zonlicht (vooral bij langdurige opslag).
Reinig de beschermer met water, resp. met gewone
reinigingsmiddelen.
karabijnhaken (A5a) aan de ogen of koorden (C) (afb. 5).
›
Bevestig de onderste achterste karabijnhaken (A5b) aan de ogen of koorden
(B) (afb. 5).
›
De hoofdsteunen van de achterstoelen een beetje uittrekken, de rubberen
banden (A6) van de voorklep van de beschermer (A2) erover trekken en
daarna de hoofdsteunen in de gewenste stand instellen (afb. 6)
›
Bevestig de bovenste bevestigingskoorden (A4a, b) aan de geschikte
bevestigingspunten, bijv. aan de haken voor het bevestigen van het
netsysteem (afb. 7). Voor de bevestiging kunt u naar behoefte elk van de
ogen gebruiken, die langs de lengte van de koorden aangebracht zijn. Kies
de spanning van de koorden afhankelijk van de aard van de te vervoeren
voorwerpen. De klittenbandsluitingen aan de achterkant van de beschermer
(A8b) kunnen indien nodig vastgemaakt worden aan de laadrand van de
bagageruimte. Door de klittenbandsluitingen (A11) aan de voorklep van de
beschermer (A2) los te maken kan de voorklep, die tegen de achterzijde van
de rugleuningen leunt, naar behoefte gesplitst worden, zodat de beschermer
in elke configuratie van het neerklappen van de achterbank gebruikt kan
worden (zie varianten op de afb. 11).
›
Afhankelijk van de hoogte van de vloer van de bagageruimte en het type
en uitvoering van het voertuig kan de lengte van de voorklep van de
beschermer (A2) (afb. 8) aangepast worden door een van de horizontale
klittenbandsluitingen (A7) en de klittenbandsluiting (A12) met elkaar te
verbinden, of deze volledig los te maken, inclusief de verbindingen (A8a).
›
Lijn de beschermer op de vloer uit en bevestig deze aan de vloer met behulp
van de achterste onderste klittenbandsluitingen (A9) (afb. 9).
Achterklep over de bumper
›
Maak de klittenband (A10) los en ontvouw het bumperdeel (A3) over de
achterbumper.
›
Rol de klep (stap 1) op in de richting zoals getoond (afb. 10) en plaats deze
opgerold (stap 2) tegen de laadrand van de bagageruimte en zet deze vast
met de klittenbandsluitingen (A10) en (A13).