Instelmogelijkheden (voor daarvoor gekwalificeerd personeel)
Figuur 4.8
12
4.4
Beensteunen instellen
Onderbeenlengte instellen (fig 4.6).
1. Draai de stelschroef (1) los.
2. Zet de voetplaat in de gewenste
stand (2).
3. Draai de stelschroef vast.
Zorg dat er onder de voetplaat
voldoende ruimte is om over
obstakels te kunnen rijden.
Hoek van de voetplaat instellen (fig
4.7)
1. Draai de imbusbout (1) los.
2. Zet de voetplaat in de gewenste
stand (2).
3. Draai de imbusbout vast.
Beensteunen breedte (fig 4.4)
Zie hoofdstuk 4.2
Hoek van de beensteun instellen
(fig 4.8)
1. Draai de imbusbout (1) los.
2. Zet de beensteun in de gewenste
stand (2).
3. Draai de imbusbout vast.
Figuur 4.6
Figuur 4.7