Instelmogelijkheden (voor daarvoor gekwalificeerd personeel)
10
4 Instelmogelijkheden
Voor de hiernavolgende instelmogelijkheden
dient gebruik gemaakt te worden van de
volgende gereedschappen :
Steek-/ringsleutel 13
Imbussleutels 4, 5 en 6 mm
4.1
Zitdiepte instellen
Zitdiepte d.m.v. rugbuizen (fig 4.1).
1. Draai de bouten (1) aan onderzijde
van het zitframe los (beide zijden).
2. Schuif de rugdelen in de gewenste
zitdiepte stand.
3. Draai de bouten vast.
Zitdiepte d.m.v. zitkussen (fig 4.2).
1. Neem de zitting van de stoel af door
deze omhoog te trekken (fig 3.1).
2. Monteer de klemmen in de juiste
gaten (fig 4.2). Er zijn 2
diepteposities mogelijk
3. Klik de zitting vast op het zitframe (fig
3.2).
Controleer of de zitting goed is
vastgeklikt.
Zorg ervoor dat er minimaal 2 cm vrije
ruimte is tussen de knieholte en de
voorzijde van de zitting voor een
goede doorbloeding.
Figuur 4.1
Figuur 4.2