Schneider Airsystems PEM 500-15-50 B, Оригинальное руководство по эксплуатации

Страница: 53 / 78

PEM
II/33
NL
2 tot 1 omwenteling openschroeven
(afbeelding 3a).
2. Bij luchtafneming is op het bovenste
kijkglas een olieneerslag als druppelvor-
ming zichtbaar.
Dosering: 1 druppel olie bij 300 – 600 l/
min luchtverbruik. Indien nodig passend
nareguleren en regelmatig controleren.
Let op: Afzonderlijke persluchtslangen voor
oliehoudende lucht ≤ 10 m gebruiken. Ge-
bruiksaanwijzing "Persluchtgereedschappen"
in acht nemen!
2.5 Gebruik
Veiligheidsaanwijzingen in acht nemen!
2.5.1 Inzetstuk
1. Brandstof- en oliepeil van de benzinemo-
tor controleren.
2. Container drukloos maken.
3. Persluchtslang op de snelkoppeling van
de compressor aansluiten. De vergren-
deling vindt automatisch plaats.
4. Verbruiker aansluiten.
5. Compressor in bedrijf stellen door benzi-
nemotor te starten (zie gebruiksaanwij-
zing benzinemotor).
Compressor vult container en gaat dan over
in leegloop: de compressor is klaar voor ge-
bruik.
2.5.2 Werkdruk instellen
1. Instelknop op de (filter-)drukregelaar
omhoog trekken (afbeelding 4a).
2. Rechtsom draaien = druk wordt ver-
hoogd. Linksom draaien = druk wordt
verlaagd.
3. Ingestelde werkdruk op de manometer
(pos. 12) aflezen.
4. Instelknop naar beneden drukken om te
arrêteren.
Technische Gegevens Persluchtgereedschap-
pen/-apparaten in acht nemen.
2.5.3 Na het gebruik
1. Benzinemotor uitschakelen (zie ge-
bruiksaanwijzing benzinemotor) en com-
pressor laten afkoelen.
2. Steeknippel van de persluchtslang schei-
den van de snelkoppeling.
3. Compressor indien nodig reinigen (zie
hoofdst. 2.6.2).
4. Compressor drukloos maken (zie
hoofdst. 2.6.1).
5. Compressor naar de opslagplaats trans-
porteren (zie hoofdst. 2.4.1).
2.6 Onderhoud
Veiligheidsaanwijzingen in acht nemen!
Interval uiterlijk Werkzaamheden zie
hoofd-
stuk
indien nodig Compressor reinigen 2.6.2
Filterinzet reinigen (filterdrukvermindering) 2.6.3
na elk gebruik Condensaat uit drukvat laten weglopen 2.6.5
Condensaat uit filterdrukvermindering laten
weglopen
2.6.4
dagelijks Inbedrijfname Oliepeil controleren, evt. bijvullen 2.6.6
eenmalig na 10 h Schroefverbindingen controleren 2.6.8
wekelijks Aanzuigfilter controleren 2.6.9
50 h na 1/2 jaar V-snaarspanning controleren (indien aanw.) 2.6.10
Aanzuigfilter reinigen
2.6.9
Olie verversen (1e olieverversing) 2.6.7
500 h na 1 jaar Olie verversen (minerale olie) 2.6.7
Aanzuigfilter vervangen 2.6.9
Schroefverbindingen controleren 2.6.8