Informatie voor de
testlaboratoria.
Algemene programma
vergelijking
(Zie programma keuze)
Ref. EN 50242 standaard:
1) Bovenkorfpositie: laag
2) Normale belading
3) Glansstand: 5
4) Hoeveelheid wasmiddel:
– 3 gr voor voorwas
– 27 gr voor hoofdwas.
Invoer van afwasmid-
delen spoelmiddel
Het wasmiddelbakje vullen
Het is noodzakelijk een wasmiddel te
ge-bruiken, dat speciaal bestemd is voor
afwasmachines ofwel in poedervorm,
vloeibaar of in een tablet.
Niet
geschikte
afwasmiddelen
(zoals
afwasmiddel voor handafwas) bevatten niet de
juiste ingrediënten voor gebruik in een
afwasautomaat waardoor de afwasautomaat
niet goed zal werken.
Normale was
Het wasmiddelbakje bevindt zich aan de
binnenkant van de deur (fig. A "2"). Als het
klepje van het wasmiddelbakje gesloten is
druk dan op het knopje om deze te openen.
Aan het eind van elk programma is dit klepje
altijd open en is hierdoor gereed voor een
volgende keer dat de afwasmachine gebruikt
wordt.
De hoeveelheid wasmiddel dat nodig is
varieert en is afhankelijk van de vuiltegraad en
het soort servies dat gewassen moet worden.
Wij adviseren een gebruik van 20-30 gr per
wasbeurt in het wasgedeelte van het
wasmiddelbakje 1 (Fig.9).
Als het wasmiddel in het wasmiddelbakje
zit, sluit dan het wasmiddelbakje door het
klepje dicht te doen.
Omdat niet alle afwasmiddelen hetzelfde zijn
kan de hoeveelheid variëren. Te weinig
wasmiddel kan tot gevolg hebben dat het
servies niet goed schoon wordt, maar met
teveel wasmiddel krijgt u geen betere
resultaten en verspilt u wasmiddel.
Gebruik dus geen overdadige hoeveelheid
wasmiddel en spaar hiermee het milieu.
Wassen met voorwas
Als u het intensief programma gebruikt moet
u nog eens 20 gr. (= 1 eetlepel) afwasmiddel
toevoegen in het voorwasgedeelte van het
wasmiddelbakje 2 (Fig.10).
Voeg voor het universele programma 5 gr. toe.
Deze dosering kan op de bodem in het
voorwasgedeelte van het wasmiddelbakje 2.
Spoelglansmiddel
Aan de rechterkant van het afwasmiddelbakje
bevindt
zich
het
tankje
voor
het
spoelglansmiddel (Dit tankje kan ± 130 ml
naglansmiddel bevatten) (fig. A "3").Draai de
dop (B) tegen de klok in en schenk de
vloeistof, die meerdere wasbeurten mee gaat,
tot aan het maximum niveau (Fig.11). Plaats
de dop terug. Het naglansmiddel wordt door
de machine automatisch tijdens de spoelingen
opgenomen;
maak
altijd
gebruik
van
naglansmiddel
dat
geschikt
is
voor
afwasautomaten.
Het niveau van de vloeistof in het tankje kan
gemakkelijk gecontroleerd worden.
Zwart gekleurd doorkijkglas in het midden van
de injector geeft aan of het tankje vol is, terwijl
een wit gekleurd glas aangeeft dat het tankje
leeg is.
VOL
LEEG
donker licht
Het afstellen van de naglans-
middel injector van 1 tot 6
De instelling zit onder de dop (B) en kan
gedraaid worden m.b.v. een muntstuk. Wij
raden stand 3 aan (Fig.12).
De hoeveelheid aanwezige kalk in het water
bepaalt de mate van kalkafzetting en
drogingsgraad. Het is daarom belangrijk de
hoeveelheid toe te dienen naglansmiddel te
kunnen regelen om steeds optimale resultaten
te verkrijgen.
Mocht het vaatwerk aan het einde van het
programma strepen vertonen dan moet de
afstelling met één streep terug gebracht
worden. In het geval waarbij kringen of witach-
tige vlekken te zien zijn dan de afstelling met
één streep verhogen.
97
Een standaard dagelijkse belading wordt
weergegeven in de figuren 13, 14 en 15.
Bovenkorf (fig. 13)
A = Soepborden
B = Platte borden
C = Dessert borden
D = Lage kommetjes
E = Kopjes
F = Glazen
Bovenkorf (fig. 14)
A = Soepborden
B = Platte borden
C = Dessert borden
D = Lage kommetjes
E = Kopjes
F = Glazen op voetje
G = Glazen
H = Eéndelige bestekkorf
Onderkorf (fig. 15)
A = Pan
B = Grote pan
C = Frituurpan
D = Deksels
E = Borden
F = Bestek
G = Ovenschalen
Het efficiënt beladen van de afwasmachine is
essentieel voor een goed wasresultaat.
12 Internationale couverts
(ref. EN 50242)
Figuur 16 laat de juiste belading van de
bovenkorf zien en figuur 17 van de onderkorf.
Fig. 22 bestekkorf.
Bovenkorf (fig. 16)
A = 5 + 5 + 2 glazen
B = 12 lage kommetjes
C = 4 + 4 + 4 kopjes
D = Kleine schaal
E = Normale schaal
F = Grote schaal
G = 1 + 1 vorken
H = 1 + 1 lepels
I
= 3 + 3 + 3 + 3 dessertlepels
L = 3 + 3 + 3 + 3 theelepels
Onderkorf (fig. 17)
M = 8 + 4 soepborden
N = 11 + 1 platte borden
O = 12 dessert bordjes
P = Dienblad
Q = Bestek
Bestekkorf (fig. 22)
Plaats de zijrekken in de onderste positie en
vul deze met 6 +6 messen (R); plaats in de
overgebleven ruimte bestek met de handgrepen
naar beneden.
Let op dat u niet meer dan twee besteksoorten
in hetzelfde bakje plaatst.
Bestekkorf (fig. 23)
De bestekkorf is uitgerust in twee te scheiden
delen, die verschillende beladingen mogelijk
maken. De twee delen kunnen gescheiden
worden door het linkerdeel van het rechterdeel
af te schuiven.
Opmerking (fig. 24)
De onderkorf heeft twee rijen rekjes aan de
voorkant, die op een gemakkelijke en snelle
manier verlaagd kunnen worden. Hierdoor kan
men o.a. saladeschalen, soepterrines en
deksels makkelijker plaatsen.
HET VERPLAATSEN VAN DE REKKEN
1) Til de rekjes lichtjes omhoog en laat deze
vallen in de goede positie;
2) Door deze weer omhoog te tillen komt
deze in een verticale positie.
Halve lading bovenste korf
1/2 gemengde
belading (fig. 18)
A = glazen
B = kopjes
C = soepborden
D = platte borden
E = dessert borden
F = sauskommetjes
G = steelpan
H = deksel
I = braadpan
L = middelgrote kom
M = kleine kom
Verplaats de uitneembare bestekhouder van
de onderste korf naar de bovenste korf.
Halve lading onderkorf
Onderkorf
(fig. 15)
A = Pan
B = Grote pan
C = Frituurpan
D = Deksels
E = Borden
F = Bestek
G = Ovenschalen
Het efficiënt beladen van de afwasmachine is
essentieel voor een goed wasresultaat.
96
1/2 standaard
belading (fig. 19)
A = 6 glazen
B = 5 + 1 kopjes
C = dienblad
D = 6 soepborden
E = 6 platte borden
F = 6 dessert borden
G = 6 sauskommetjes
H = middelgrote kom
I = kleine kom
Onderkorf
(fig. 17)
M = 8 + 4 soepborden
N = 11 + 1 platte borden
O = 12dessert bordjes
P = Dienblad
Q = Bestek
Содержание LVI 980 A
Страница 60: ......